Author: Aleid van de Vooren | AV Taaltraining
Welke klachten hebt / heeft u?
‘Welke klachten hebt / heeft u?’ De vormen ‘u hebt’ en ‘u heeft’ zijn beide goed, maar waarom eigenlijk?
Graag – liever – het liefst
Het rijtje ‘graag – liever – het liefst’ is vaak lastig. Het zijn bijwoorden, die altijd een werkwoord bij zich nodig hebben: ‘Mijn moeder kijkt graag naar horrorfilms.’
‘Dan’, ’toen’ en ‘daarna’
De woorden ‘dan’, ’toen’ en ‘daarna’ kunnen heel verwarrend zijn. Wanneer gebruik je nou welk woord?
Dit is de hunne
Het bijvoeglijk naamwoord komt ook zelfstandig voor, in zinnen als ‘Onze auto is ouder dan de hunne’. Deze vorm eindigt als op een ‘e’ en wordt gecombineerd met een lidwoord.
Vraagwoorden
Het gebruik van vraagwoorden is niet altijd makkelijk, bijvoorbeeld in ‘Welke vind jij het mooist?’ of ‘Waar denk je aan?’
Vervangende infinitief
Sommige zinnen hebben in de voltooide tijd geen voltooid deelwoord, maar twee infinitieven. Dat heet de vervangende infinitief.
Grammatica per niveau
Welke onderwerpen bied je op welk niveau aan? Ik heb een overzicht gemaakt dat je gratis kunt downloaden.
Leestekens: streepjes
Er zijn veel soorten streepjes: gedachtestreepjes, weglatingsstreepjes, koppeltekens, afbreekstreepjes en streepjes in getallen. Zijn die lang of kort? En hoe zit het met spaties?
Leestekens: aanhalingstekens
Aanhalingstekens gebruik je onder meer bij letterlijke citaten, maar ook bij onbekende of ironisch gebruikte woorden. Je kunt meestal zowel enkele als dubbele aanhalingstekens gebruiken.
Leestekens: haakjes
Haakjes gebruik je meestal om extra informatie op te nemen. Voor een haakjes openen en na een haakje sluiten komt een spatie.