Bepaald of onbepaald?
In veel zinnen is het verschil tussen bepaald en onbepaald van belang, bijvoorbeeld voor de keuze van het lidwoord of bij de buigings-e.
Lees meer →
Zij heeft van de zon liggen genieten
De werkwoorden hangen, liggen, zitten, staan en lopen combineer je in het presens met 'te', maar in het perfectum niet altijd. Het perfectum heeft meestal ...
Lees meer →
Het is gelukt!
Het onderwerp bij 'lukken' is meestal 'het', maar er zijn meer mogelijkheden. Maar het onderwerp kan nooit een persoon zijn.
Lees meer →
Een betere plek is er niet
'Er is geen betere plek' en 'Een betere plek is er niet' zijn beide juist, maar hoe zit dat met de ontkenning? Waarom in het ...
Lees meer →
Het werkwoord willen
Willen is een onregelmatig werkwoord, dat twee verleden tijden heeft. Wat moeten je cursisten weten over dit werkwoord?
Lees meer →
Ik kan niet / geen koffie( )zetten
Samengestelde werkwoorden ontken je soms met 'niet' en soms met 'geen'. Welk woord juist is, wisselt per geval. Er zijn geen vaste regels voor te ...
Lees meer →
Ze duiken het water in
In 'Ze duiken het water in' staat 'in' is 'in' geen prepositie maar een postpositie, of achtervoegsel. Wanneer gebruik je die?
Lees meer →
Wiens of van wie?
'Wiens' kan een betrekkelijk of vragend voornaamwoord zijn. Wanneer gebruik je het precies? En hoe kan je het vervangen door 'van wie'?
Lees meer →