Waarom staat het onderwerp soms niet waar je het verwacht?
Het onderwerp lijkt in het Nederlands een vrij vaste plek te hebben: in hoofdzinnen direct voor of na de persoonsvorm en in bijzinnen direct na het voegwoord. Maar in zinnen met inversie en in bijzinnen staat het onderwerp soms verder naar achter dan je verwacht. Neem bijvoorbeeld deze zinnen (het onderwerp is steeds vetgedrukt):
- Als jullie dat leuk lijkt, kunnen we morgen naar het Muiderslot gaan.
- Volgens mij heeft hem dat geen voordeel opgeleverd.
- In 1648 werd na 80 jaar oorlog een verdrag gesloten tussen Spanje en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.
Vorm en betekenis
De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) beschrijft verschillende gevallen waarin het onderwerp later in de zin komt dan verwacht. Daarbij spelen de vorm en/of de betekenis van het onderwerp een rol. Het onderwerp staat bijvoorbeeld later in de zin als het informatief belangrijker is dan het lijdend of meewerkend voorwerp of de bijwoordelijke bepaling die ervoor staat. Het onderwerp is dan meestal niet-specifiek en onbepaald. De ANS noemt ook nog de volgende gevallen.
- Het onderwerp is het aanwijzend voornaamwoord dat en het meewerkend voornaamwoord of ondervindend voorwerp is een voornaamwoord, zoals in Volgens mij heeft hem dat geen voordeel opgeleverd.
- Bij een koppelwerkwoord kan het onderwerp later in de zin staan: Omdat ons dat bezwaar te groot was, hebben we een andere oplossing gekozen.
- Het onderwerp is vrij lang: Dat vertelde me die lieve kleine meid van je oudste broer gisteren nog.
- In passieve zinnen: Je kunt ook ‘nee’ zeggen als je zoiets wordt aangeboden.
In de meeste gevallen kan het onderwerp wel op de gewone positie staan: Volgens mij heeft dat hem geen voordeel opgeleverd en Je kunt ook ‘nee’ zeggen als zoiets je wordt aangeboden zijn ook correct.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.