Hoe gebruik je het imperfectum van zullen?
Het modale werkwoord zullen heeft veel verschillende betekenissen. In het presens gebruik je het bijvoorbeeld om een belofte te doen of een plan te maken. In het imperfectum gebruik je zullen op een heel andere manier. Vaak zit er iets van onzekerheid of niet-werkelijkheid in de betekenis van de zin.
Zeven gebruikswijzen
Het imperfectum van zullen is zou of zouden. Je kunt deze vorm in zeven verschillende betekenissen gebruiken. Hieronder licht ik elke manier kort toe en geef er wat voorbeelden bij.
Voorwaarde of hypothese
Het gaat hierbij om zinnen met een als-constructie. De zin staat in zijn geheel in het imperfectum, zou kan zowel in de bijzin als in de hoofdzin staan, en zelfs ook helemaal ontbreken.
- Als ik rijk was, zou ik nooit meer werken.
- Als ik rijk zou zijn, zou ik nooit meer werken.
- Als ik rijk zou zijn, werkte ik nooit meer.
Wens of voorkeur
In de deze betekenis combineer je zou(den) vaak met graag of liever en eventueel nog willen, kunnen of moeten.
- Zij zouden graag naar Parijs (willen) gaan.
- Je zou minder moeten roken.
Beleefde vraag
In combinatie met een ander modaal werkwoord kun je zou(den) gebruiken om een beleefde vraag te stellen.
- Zou je dit voor me willen kopiëren?
- Zou u dat kunnen herhalen?
Suggestie of advies
Een suggestie of advies formuleer je vaak als vraag, maar ook de constructie als ik jou was … is hier heel geschikt voor.
- Zou je dat nou wel doen?
- Als ik jou was, zou ik de roze jurk kopen.
- Zou je niet nog even wachten?
Onzekerheid
Zou(den) wordt ook vaak gebruikt om een onzekerheid uit te drukken. Je denkt dat het zo is, maar je weet het niet zeker.
- Het zou toch om 20.00 uur beginnen?
- Simon en Peter zouden toch komen?
- De minister zou zijn privételefoon gebruikt hebben.
Niet-werkelijkheid
Bij een niet-werkelijkheid gaat het erom dat iets wel de bedoeling was, maar niet gebeurd is.
- Tim zou vandaag met zijn nieuwe baan beginnen.
- We zouden vorig jaar naar Denemarken op vakantie gaan, maar dat ging niet door.
Beschuldiging
Tot slot kun je met zou(den) iemand beschuldigen van een bepaalde nalatigheid, of – wat vriendelijker – iemand herinneren aan een belofte.
- Je zou hier een uur geleden al zijn!
- Jij zou die documenten toch versturen?
Oefenen in de les
Deze verschillende gebruikswijzen van zou(den) worden in methodes meestal na elkaar geïntroduceerd, vanaf ongeveer B1. De volgorde waar in dat gebeurt, wisselt. De beleefde vraag en voorwaarde of hypothese zijn meestal de eerste twee die behandeld worden. In het algemeen is het handig als cursisten weten dat zou(den) vaak iets van onzekerheid of niet-werkelijkheid aangeeft. Het komt daarmee enigszins in de buurt van sommige functies van de subjunctief in bijvoorbeeld het Spaans of Italiaans. Je kunt de vorm dus goed gebruiken in spreek- en schrijfoefeningen over fictieve situaties. Wat zou je doen als …
De ‘onzekerheid’-betekenis kun je ook oefenen door te ‘roddelen’ over bijvoorbeeld een beroemdheid. Kies met de groep iemand die iedereen kent en bedenk dingen die hij of zij gedaan of gezegd zou hebben. Als je cursisten veel moeite hebben met de betekenis, laat ze dan oefenen met paren van zinnen: één met en één zonder zou(den). Laat ze steeds – eventueel in groepjes – bedenken welke zin waar is en welke niet. Daarna kun je ze zelf enkele zinnen laten bedenken en die aan een ander groepje laten voorleggen.