Hoe gebruik je het presens van zullen?
Zullen is een van de modale werkwoorden. Die drukken vaak iets uit over de relatie tussen de spreker en de mededeling. Wat die relatie precies is, is bij zullen niet zo makkelijk uit te leggen. Je kunt het werkwoord op veel verschillende manieren gebruiken. Daarbij is ook nog verschil tussen het presens en het imperfectum. In het imperfectum heeft zullen heel andere betekenissen.
Vijf gebruikswijzen
Je kunt het werkwoord zullen in het presens op vijf verschillende manieren gebruiken. Hieronder licht ik elke manier kort toe en geef er wat voorbeelden bij.
Plannen maken
Als je plannen maakt, of daar een voorstel voor doet, gebruik je vaak zullen. Het gaat hierbij vaak om vragen. Het onderwerp van de zin is altijd ik of wij. Enkele voorbeelden:
- Zullen we dinsdag naar de bioscoop gaan?
- Zal ik morgen de boodschappen doen?
- Zullen we Hanane als spreker vragen?
Aanbod
Ook een aanbod om iemand te helpen, kun je formuleren met zullen. Er zijn ook methodes die dit gebruik samen met het plannen maken vatten onder de noemer ‘een voorstel doen’. Dat is niet zo gek; het verschil is niet groot. Ook bij dit gebruik is het onderwerp altijd ik of wij. Enkele voorbeelden:
- Zal ik je daarbij helpen?
- Zullen we het formulier nu maar invullen?
Toekomst
In sommige gevallen geeft zullen alleen maar aan dat je over de toekomst praat. Dit gebruik komt vooral in wat formelere schrijftaal voor. In spreektaal gebruik je eerder gaan of alleen een toekomstaanduiding. Enkele voorbeelden:
- Volgende week zullen de winnaars bekend worden gemaakt.
- Hopelijk zal de nieuwe gemeenteraad snel maatregelen nemen.
- De trein naar Vlissingen zal om 15.43 aankomen op spoor 6.
Belofte
Als je iemand belooft om iets (voor diegene) te doen, gebruik je in die belofte ook vaak het woord zullen. Enkele voorbeelden:
- Ik heb het koud – Ik zal de verwarming hoger zetten.
- Er is vanavond een goede film op televisie – Ik zal hem opnemen.
- Er is geen eten meer in huis – Ik zal zo boodschappen doen.
Waarschijnlijkheid
Tot slot kun je zullen gebruiken om een waarschijnlijkheid mee uit te drukken. Je combineert het dan vaak met wel. Enkele voorbeelden:
- Roemer is te laat. Hij zal wel in de file staan.
- Die winkel is dicht. Hij zal wel verbouwd worden.
- Je zal het examen wel gehaald hebben.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.