Wanneer gebruik je hetzelfde en wanneer dezelfde?
Of je hetzelfde of dezelfde gebruikt hangt af van de zin waarin het woord staat. Hetzelfde/dezelfde is een aanwijzend voornaamwoord, dat zowel in combinatie met een zelfstandig naamwoord als zelfstandig kan voorkomen. Dat heeft invloed op de woordkeuze.
Met zelfstandig naamwoord
Als hetzelfde/dezelfde voor een zelfstandig naamwoord staat, gebruik je de het-vorm bij een het-woord en de de-vorm bij een de-woord:
- hetzelfde boek
- hetzelfde idee
- dezelfde boeken
- dezelfde beker
Het woord betekent dan ofwel ‘hetzelfde exemplaar’ ofwel ‘een identiek exemplaar’. Dat zie je bijvoorbeeld in deze zinnen:
- Hij draagt al drie dagen dezelfde broek.
- De jongens dragen dezelfde broek.
Zonder zelfstandig naamwoord
Je kan dezelfde / hetzelfde ook zelfstandig gebruiken. Dezelfde verwijst dan altijd duidelijk naar een eerder genoemd de-woord, maar hetzelfde kan ook functioneren als bijwoord, en krijgt dan als betekenis ‘gelijk’. Dat betekent dat je soms zowel dezelfde als hetzelfde kunt gebruiken, met een licht betekenisverschil.
Enkele voorbeelden waarin alleen dezelfde juist is:
- Op welke school zit jij? Op dezelfde als jij.
- Wat een mooie tv heb je. Mijn buren hebben dezelfde.
Enkele voorbeelden waarin beide juist zijn, met een betekenisverschil:
- Je werkzaamheden blijven na de fusie dezelfde. (= je doet precies hetzelfde werk)
- Je werkzaamheden blijven na de fusie hetzelfde. (= je werkzaamheden blijven gelijk)
- Na dat drama is zij nooit meer dezelfde geworden. (= zij is niet meer dezelfde persoon)
- Na dat drama is zij nooit meer hetzelfde geworden. (= haar karakter is veranderd)
- Deze broek is dezelfde als die van vorige week. (= er is één broek)
- Deze broek is hetzelfde als die van vorige week. (= er zijn twee broeken)
Enkele voorbeelden waarin alleen hetzelfde juist is:
- Een rijbewijs hebben is niet hetzelfde als kunnen rijden.
- Vorig jaar is hetzelfde gebeurd.
- Hun broeken zijn hetzelfde. (met dezelfde zouden ze een broek delen)
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.