Waarom gebruik je niet in de zin Een betere plek is er niet?
Zonder inversie is de zin Er is geen betere plek, maar met inversie gebruik je opeens niet, Waarom is dat?
Geen of niet?
De korte samenvatting van ontkenningen is dat je geen gebruikt om een onbepaald zelfstandig naamwoord te ontkennen en niet in andere gevallen. Geen staat bovendien altijd direct voor het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort; er mag alleen eventueel een bijvoeglijk naamwoord tussen staan. Daarbij past de zin Er is geen betere plek. De ontkenning hoort hier bij een (betere) plek en dus gebruik je geen. Maar als je de woordvolgorde verandert, staat de ontkenning niet meer direct voor het zelfstandig naamwoord. Je zegt immers niet Geen betere plek is er. Vandaar dat je dan krijgt: Een betere plek is er niet.
Andere gevallen
Deze verschuiving treedt ook op als je een lijdend voorwerp ontkent:
- Zij heeft geen auto.
- Een auto heeft zij niet.
- Wij hebben geen kinderen.
- Kinderen hebben wij niet.
Het hoeft dus niet altijd te gaan om een zin met er, maar het fenomeen treedt vooral bij die zinnen op, omdat je er nu eenmaal vaak combineert met een onbepaald onderwerp. Als je zulke zinnen ontkent, kan de ontkenning dus op twee manieren.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.