Gebruik je een woord als familie als enkelvoud of meervoud?
Woorden als politie, jeugd, vee en familie zijn verzamelnamen. Je gebruikt ze om een groep mee aan te duiden. De betekenis is dus meervoudig, maar het woord zelf vatten we in het Nederlands op als enkelvoud: de persoonsvorm staat dus ook in het enkelvoud.
- De politie kwam in actie tegen de relschoppers.
- Het vee staat in de wei.
- De hele familie was aanwezig op de bruiloft van mijn nicht.
Van sommige verzamelnamen bestaat ook een meervoudsvorm: families, bieren en sporten bijvoorbeeld. Maar er zijn er ook veel die geen meervoudsvorm hebben.
Verwijswoord
Het gebruik van verwijswoorden bij deze verzamelnamen is niet altijd eenvoudig. Als je duidelijk naar de hele groep verwijst, gebruik je altijd een enkelvoud. Ook in formele schrijftaal heeft dat over het algemeen de voorkeur. Je gebruikt dan de verwijswoorden die passen bij het gebruikte lidwoord. In informeel taalgebruik, zeker in spreektaal, kun je vaak ook een meervoud gebruiken. Je verwijst daarmee meer naar de leden van de groep.
- Het bestuur maakt zijn beslissing bekend.
- Het is niet verstandig als het bestuur hun eigen opvolgers kiest.
- Het publiek joelde toen hun held het podium op kwam.
- De hele familie was aanwezig op de bruiloft van mijn nicht, hoewel ze ruzie met elkaar hebben.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.