Waarom staat de persoonsvorm in het meervoud in een zin als Dat zijn slimme meisjes?
‘Congruentie’ is het verschijnsel dat het onderwerp en de persoonsvorm van een zin met elkaar overeenkomen in getal en persoon. Dat is te zien in de volgende zinnetjes:
- Ik ben in de tuin.
- De kat is in de tuin.
- Wij zijn in de tuin.
- De kinderen zijn de tuin.
Op deze regel bestaat echter een belangrijke uitzondering. In sommige zinnen met een naamwoordelijk gezegde congrueert de persoonsvorm niet met het onderwerp, maar met het naamwoordelijk deel van het gezegde. Dat gebeurt bij zinnen waarin het onderwerp het, dit of dat is en het naamwoordelijk deel van het gezegde een naamwoordelijke constituent is. Dat wil zeggen dat het hoofdwoord van het naamwoordelijk deel een zelfstandig naamwoord of zelfstandig gebruikt voornaamwoord is.
- Dat zijn slimme meisjes.
- Het lijken me goede ideeën.
- (Bij het bekijken van oude foto’s) Kijk, dat ben jij!
Onderwerp en naamwoordelijk deel
Ook het onderwerp en het naamwoordelijk deel moeten meestal met elkaar congrueren.
- Die jongens zijn vierdeklassers.
- Die films lijken wel kopieën van elkaar.
Maar als het onderwerp van de zin het, dit of dat is, kan het naamwoordelijk deel tóch een meervoud zijn. De persoonsvorm is dan ook een meervoud; dat richt zich naar het naamwoordelijk deel, zoals we hierboven zagen. Mogelijk heeft dat te maken met het feit dat het naamwoordelijk deel zo veel meer informatie geeft dan het onderwerp.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.