Gebruik je enkelvoud of meervoud bij percentages en hoeveelheden?
Of de persoonsvorm van een zin in het enkelvoud of meervoud moet staan, hangt af van het onderwerp van de zin. Dat verschijnsel heet congruentie. In sommige constructies is het lastig om te bepalen of het onderwerp enkel- of meervoud. Een bekend voorbeeld is een aantal mensen, maar ook bij constructies met procent, een van de en drie op de vijf ligt het antwoord niet altijd voor de hand – zeker niet voor NT2-cursisten.
Combinaties met één
In combinaties met één krijg je een enkelvoud als het werkwoord bij dat één hoort. Dat geldt ook voor de bijzin. Bij de woorden miljoen en miljard zijn enkel- en meervoud beide correct.
- Een op de vijf deelnemers haalde de eindstreep niet. (‘één deelnemer haalde de eindstreep niet)
- Een van de studenten, die niet had opgelet, leverde de opdracht te laat in. (één student had niet opgelet en leverde de opdracht te laat in)
- Een van de studenten die niet hadden opgelet, leverde de opdracht te laat in. (meerdere studenten hadden niet opgelet, maar slechts een van hen leverde de opdracht te laat in)
- Een miljoen mensen keek / keken naar de wedstrijd.
Combinaties met andere getallen
Als in zulke combinaties een ander getal staat, is meestal alleen het meervoud juist. Alleen bij miljoen en miljard gebruiken ook dan sommigen het enkelvoud.
- Twee op de vijf deelnemers haalden de eindstreep niet.
- Twee van de studenten, die niet hadden opgelet, leverden de opdracht te laat in. (let op: met de komma’s kun je hier wel verschil maken tussen een uitbreidende en een beperkende bijzin)
- Drie miljoen mensen keek / keken naar de wedstrijd.
Breuken en percentages
Percentages en breuken krijgen in een gewone hoofdzin altijd een enkelvoud. Een bijzin kan wel in het meervoud staan, als er van de + substantief volgt op de breuk of het percentage.
- 25% is hetzelfde als een vierde.
- Ruim 33% is het hiermee eens.
- Driekwart van de werknemers wil in de zomer op vakantie.
- Driekwart van de werknemers, die ondervraagd zijn, wil in de zomer op vakantie.
Oefenen in de les
Als het goed is, kom je deze zaken pas tegen als je cursisten al een behoorlijk hoog niveau hebben. Je kunt dan samen analyseren hoe de zin in elkaar zit en waar de persoonsvorm bij hoort. Een alternatief is dat je een hoop zinnen verzamelt (of je cursisten dat laat doen) met dergelijke constructies, en die indeelt op gebruik van enkel- en meervoud. Als je de cursisten zinnen laat verzamelen, is het wel verstandig om die voor de les te controleren: ook moedertaalsprekers maken hier weleens fouten mee (met name bij breuken en percentages). Zo zien ze de patronen.
Vervolgens kun je zinnen laten maken met de verschillende constructies. Geef daarvoor bijvoorbeeld via Wheeldecide een onderwerp en laat daar een zin mee maken. Denk daarbij ook aan bijzinnen, omdat het werkwoord daar dus anders in kan zijn.