Hoe gebruik je het werkwoord lukken?
Het werkwoord lukken is best lastig om te leren. Cursisten willen vaak iets zeggen als ik luk het, maar dat is natuurlijk niet goed. Maar waarom eigenlijk niet?
Herkomst en betekenis
Lukken is ontstaan als afleiding van gelukken, dat weer is afgeleid van geluk. Oorspronkelijk was de betekenis van lukken vrij neutraal ‘een bepaalde afloop hebben’, maar nu gaat het altijd om een positieve afloop. Je kunt het woord eventueel wel ontkennen, om aan te geven dat er geen positieve afloop komt; de betekenis wordt dan ongeveer ‘dat is niet mogelijk’.
Onderwerp
Lukken is een wat bijzonder werkwoord. Het onderwerp is altijd het/dit/dat of een equivalent daarvan (in de derde persoon). Maar, het onderwerp van lukken kan nooit een persoon zijn. Je kunt niet zeggen: ‘Ik luk het’. Wat voorbeelden:
- Kan je donderdag afspreken? Nee, dat lukt niet.
- Lukt het jou om dit vandaag nog af te maken?
- Is het jou al gelukt om Richard te spreken?
- Wat als alles lukt?
- Als thuiswonen niet meer lukt.
- Zo zorg je ervoor dat borstvoeding lukt.
- Deze koekjes lukken altijd!
Toch is lukken geen onpersoonlijk werkwoord zoals regenen en sneeuwen. Het WikiWoordenboek noemt het ‘ergatief’, maar dat is niet een term die heel veel gebruikt wordt, en zeker niet één waarmee je cursisten helpt.
Gebruik
Cursisten komen lukken vaak als eerste tegen als ze leren om afspraken te maken, zoals in het eerste voorbeeld hierboven. In het algemeen gebruiken we lukken vaak in de context van verzoeken, zowel in het verzoek als in het antwoord.
- Lukt het iemand om een zaal te reserveren? Ja, dat lukt mij wel.
- Kan je deze tekst morgen af hebben? Ja, dat moet wel lukken.
Oefenen in de les
Als je lukken tegenkomt met beginners, is het handig om uit te leggen dat je altijd het/dit/dat als onderwerp gebruikt (je kunt bij echte beginners zelfs alleen het noemen). Pas later hoef je eventueel andere mogelijkheden te bespreken. In het begin is het vooral belangrijk dat ze leren dat je geen persoon als onderwerp kan gebruiken. Laat daar dus veel mee oefenen. Als betekenis kan je dan goed ‘dat is (niet) mogelijk’ geven. Wijs er ook op dat het hulpwerkwoord in de voltooide tijd zijn is: Het is gelukt.
Op hogere niveaus kan je ingaan op het gebruik bij voorstellen in het algemeen en eventueel andere onderwerpen introduceren. Op die manier zal de betekenis van het woord steeds duidelijker worden.