In een actieve zin is het onderwerp hetzelfde als wie of wat de handeling uitvoert. Bij passieve zinnen is dat niet zo. Dat is een van de factoren die ervoor zorgen dat passieve zinnen zo veel moeilijker te begrijpen zijn dan actieve zinnen.
Grammaticaal onderwerp
Het grammaticale onderwerp van een zin is het zinsdeel dat samen met het gezegde de kern van de zin vormt. In een zin als De voetballer neemt een hoekschop is neemt het gezegde en de voetballer het onderwerp. De voetballer is ook degene die de handeling uitvoert; datgene wat de handeling ondergaat (het lijdend voorwerp) is de hoekschop.
De passieve tegenhanger van deze is De hoekschop wordt door de voetballer genomen. Hierin is het gezegde wordt genomen en de hoekschop is het onderwerp. Maar de handelende persoon is nog steeds de voetballer. Het perspectief van de zin is dus veranderd. Niet de handelende persoon, maar datgene wat de handeling ondergaat staat nu centraal. Het lijdend voorwerp uit de actieve zin is dus het grammaticale onderwerp in de passieve zin.
Passieve zinnen zonder onderwerp
Er zijn ook passieve zinnen die geen grammaticaal onderwerp hebben. Op de plaats van het onderwerp staat dan het presentatieve er of een voorzetselbepaling.
- Er wordt tijdens de training altijd veel gelachen.
- Er werden die avond mooie verhalen verteld.
- Over die kwestie zal uitgebreid worden gesproken.
- Op die vraag is nog geen antwoord gegeven.
Deze zinnen zijn alleen mogelijk als het veronderstelde onderwerp een mens is (of, in verhalen een wezen dat menselijke eigenschappen heeft). Je kunt dus niet zeggen Er wordt geregend.
Indirect object
Echt lastig zijn zinnen die in de actieve vorm zowel een lijdend voorwerp als een indirect object hebben. In de meeste gevallen wordt ook dan het lijdend voorwerp het onderwerp van de passieve zin. Je kunt dat bijvoorbeeld zien aan de persoonsvorm.
- Emma gaf Sophie de boeken.
- De boeken werden Sophie door Emma gegeven.
Bij werkwoorden als verzoeken, vragen, aanraden kan het indirect object in de passieve zin ook het onderwerp worden, al vindt niet iedereen dat correct. Denk hierbij aan zinnen als de volgende:
- De bezoekers werd / werden verzocht geen waardevolle spullen mee te nemen.
- Automobilisten wordt / worden aangeraden de A4 zo veel mogelijk te vermijden.
Op de website van Onze Taal staat een uitgebreide uitleg aan de hand van de zin de reizigers wordt / worden verzocht.
Oefenen in de les
Dat het onderwerp en de handelende persoon in passieve zinnen niet hetzelfde zijn, is voor veel cursisten erg lastig. Het is dan ook de moeite waard om een aantal zinnen te analyseren: wie doet het en welk zinsdeel is het onderwerp van de zin. Het is belangrijk om het onderwerp te herkennen, omdat je dan de juiste vorm van de persoonsvorm kunt kiezen. Als je dit met een aantal zinnen hebt gedaan kun je zinnen laten omzetten van actief naar passief en andersom. Ook kun je direct passieve zinnen laten maken. Kies daarvoor bijvoorbeeld een aantal werkwoorden uit die je wilt herhalen en laat daar zinnen mee maken.
Oefen apart met de zinnen met er als onderwerp. Die zijn nog lastiger dan de zinnen mét grammaticaal onderwerp. Zorg ervoor dat je cursisten er in actieve zinnen al redelijk goed herkennen en introduceer dan de passieve zinnen.