Het werkwoord willen

Hoe gebruik je het werkwoord willen?

Willen is een van de weinige werkwoorden die ook in de tegenwoordige tijd onregelmatig zijn, maar ook in de verleden tijden is er wel wat aan de hand met dit werkwoord.

De vormen

Eerst over de vormen van het werkwoord. Zoals gezegd, is het werkwoord in de tegenwoordige tijd onregelmatig. In de verleden tijd heeft het twee vervoegingen. Het voltooid deelwoord gewild bestaat natuurlijk ook.

tegenwoordige tijdverleden tijd
ikwilwilde / wou
jij / uwil / wiltwilde / wou
hij / zij / hetwilwilde / wou
meervoudwillenwilden / wouden

Opvallend is dat er (net als bij sommige andere modale werkwoorden) twee opties zijn bij de tweede persoon enkelvoud: wil en wilt. In spreektaal komt wil meer voor, in schrijftaal is wilt wat gewoner. In Nederland wordt wilt ook als wat formeler gezien; in België is dat niet zo. In de derde persoon enkelvoud ontbreekt de t juist, hoewel hij wilt in spreektaal veel voorkomt. Op de website van Onze Taal staat daar een uitgebreide uitleg over.

Over de verleden tijd bestaan veel misverstanden. Vooral van het meervoud wouden (in spreektaal ook wel wouwen of wouen) denken veel mensen dat deze vorm fout is. Dat is niet zo, maar hij is wel erg informeel. Tegen het enkelvoud wou bestaat minder weerstand.

De betekenis

De Dikke Van Dale geeft maar liefst elf betekenissen, maar daar zit soms erg nauw onderscheid in. Volgens mij kun je ze samenvatten tot deze:

  • verlangen, wensen: Zij wil graag naar Athene op vakantie.
  • kunnen: Dat wil weleens gebeuren.
  • bereid zijn tot: Wil je me dat boek aangeven?
  • lukken: Wil het een beetje?
  • beweren: Het verhaal wil dat Hansje Brinker zijn vinger in de dijk stak.

In de verleden tijd drukt willen eigenlijk altijd een wens uit: Ik wou dat ik een nieuwe auto had. Net als de andere modale werkwoorden komt willen vaak met een tweede werkwoord voor, maar dat is niet verplicht.

Gewild

Gewild is natuurlijk het voltooid deelwoord van willen, in zinnen als Niemand heeft dat zo gewild. Maar het komt ook vaak voor als bijvoeglijk naamwoord. De betekenis is dan breder: ‘in trek, begeerd’.

  • Zij was een zeer gewilde actrice.
  • Onder verzamelaars is dit een heel gewild exemplaar.

Oefenen in de les

Zoals bij alle modale werkwoorden is het belangrijk om goed te oefenen met de vormen, juist omdat ze onregelmatig zijn. Daarnaast kan ook de betekenis voor problemen zorgen, zeker bij cursisten die Engels of Duits spreken. Met het Engels is willen een valse vriend. De woorden willen en will lijken erg elkaar, maar de betekenis is anders. Oefen dat dus voldoende met je cursisten. Ga daarbij ook in op hoe je zinnen met het Engelse will wél in het Nederlands zegt (vaak met zullen of kunnen, maar soms ook met een heel andere constructie). In het Duits gebruik je vaak wollen, maar soms ook wünschen.

De betekenis ‘verlangen, wensen’ is de meest voorkomende; laat je cursisten dus in eerste instantie vooral met die betekenis zinnen maken, bijvoorbeeld door over hun wensen te praten. Ook de betekenis ‘bereid zijn tot’ komt veel voor, vooral in vragen. Dat kun je natuurlijk in vraaggesprekjes laten oefenen.

Let altijd ook op de plek van het tweede werkwoord: aan het eind van de zin en oefen ook met zinnen zonder tweede werkwoord.

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.