Wat zijn onderschikkende voegwoorden?
Onderschikkende voegwoorden zijn voor cursisten vaak veel lastiger dan de nevenschikkende, omdat de woordvolgorde heel anders is. Na een onderschikkend voegwoord volgt immers een bijzin.
Bijzin
De onderschikkende voegwoorden, of subordinerende conjuncties, worden gevolgd door een bijzin. Dat wil zeggen dat het onderwerp van de zin direct na het voegwoord staat, en de werkwoorden aan het eind van de zin. De zin kan zowel beginnen als eindigen met de bijzin.
- Peter gaat niet mee lunchen, omdat hij een vergadering heeft.
- We gingen een ijsje eten, nadat we naar de markt waren geweest.
- Omdat hij een vergadering heeft, gaat Peter niet mee lunchen.
- Nadat we naar de markt waren geweest, gingen we een ijsje eten.
Als de zin begint met de bijzin, komt er inversie in de hoofdzin. Dat is goed te verklaren uit de algemene regels voor de woordvolgorde in zinnen: de persoonsvorm staat meestal op de tweede zinsplaats. De eerste zinsplaats wordt hier ingenomen door de bijzin, dus krijg je automatisch inversie.
Over de woordvolgorde van de persoonsvorm en het voltooid deelwoord staat een advies op mijn algemene website.
De onderschikkende voegwoorden geven verschillende relaties aan binnen een zin: volgorde, tijd, oorzaak, gevolg, reden, voorwaarde, toegeving, tegenstelling of voorbeeld. Sommige voegwoorden kunnen op verschillende manieren gebruikt woorden: als en wanneer kunnen bijvoorbeeld zowel gaan over tijd als over voorwaarde.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.
Overzicht
In het e-boek 20 handige lijstjes vind je een overzicht (en dus nog 19 andere handige lijstjes!) Je kunt het via de knop hieronder kopen. Als je een workshop bij me volgt, krijg je het e-boek gratis bij het online lesmateriaal. Je krijgt dit e-boek gratis bij de online cursus.