Wat zijn passieve zinnen?
De passieve vorm is een manier van formuleren waarin de nadruk ligt op het resultaat van de actie en niet op de actie zelf. Als je een actieve zin passief maakt, gebeurt het grammaticaal het volgende: het lijdend voorwerp van de actieve zin wordt het onderwerp van de passieve zin en het onderwerp wordt een door-bepaling, of blijft helemaal weg.
- Gosia repareert de printer. (actieve zin; Gosia is het onderwerp, de printer is het lijdend voorwerp)
- De printer wordt gerepareerd door Gosia. (passieve zin; de printer is het onderwerp, door Gosia is een door-bepaling, die je ook kunt weglaten)
De passieve vorm maak je met een hulpwerkwoord (worden of zijn) en een voltooid deelwoord. Als er geen ‘echt’ onderwerp is in een passieve zin, dan vult er die plaats.
- Er wordt weleens getwijfeld aan zijn bedoelingen. (passieve zin met er als onderwerp)
Passieve vorm met worden
Passieve zinnen met worden staan in de onvoltooid tegenwoordige tijd (het presens) of de onvoltooid verleden tijd (het imperfectum). De nadruk ligt op de overgang naar een bepaalde toestand.
- De uitslag wordt morgen bekendgemaakt.
- Vorige week werd (door de medewerkers) over de kwestie gestemd.
- De laatste dozen worden na het weekend overgebracht naar de nieuwe locatie.
Passieve vorm met zijn
Passieve zinnen met zijn staan in de voltooid tegenwoordige tijd (het perfectum) of de voltooid verleden tijd (het plusquamperfectum). Deze zinnen geven vooral een resultaat weer.Â
- De onderzoeksresultaten zijn niet vrijgegeven.
- Het hele huis is vorig jaar geschilderd.
- De boot was niet goed vastgebonden en dreef weg.
De passieve vorm met zijn is voor veel mensen moeilijker te herkennen dan die met worden. Zijn kan immers ook het hulpwerkwoord van tijd zijn in de actieve voltooide tijd. Maar in actieve vorm luiden bovenstaande zinnen als volgt:
- De commissie heeft de onderzoeksresultaten niet vrijgegeven.
- Dat bedrijf heeft vorig jaar het hele huis geschilderd.
- Thijmen heeft de boot niet goed vastgebonden, waardoor die wegdreef.
Oefenen in de les
Bij passieve zinnen is het vooral belangrijk dat cursisten ze goed begrijpen, en dat ze weten dat ze dit soort zinnen niet al te veel moeten gebruiken als ze zelf teksten schrijven.
Je kunt het passief bijvoorbeeld als volgt oefenen:
- Geef een aantal passieve zinnen en laat daarvan kijken naar de vorm. Welke werkwoorden staan er in de zinnen? Kies hierbij voor zinnen met een duidelijk onderwerp, dus nog niet met er.
- Geef de uitleg over het passief en geef voorbeelden van de verschillende tijden.
- Geef een tekst waarin passieve zinnen staan en laat die opzoeken. Bespreek van de passieve zinnen de betekenis. Ik gebruik hiervoor bijvoorbeeld weleens een brief van een gemeente over wegwerkzaamheden.
- Laat actieve zinnen omzetten naar passieve zinnen en andersom.
- Laat (bijvoorbeeld met het NT2 Taalspel) passieve zinnen maken.
Afhankelijk van je groep kun je dit over twee of drie lessen verspreiden, waarbij je steeds voortborduurt op wat je de vorige les hebt gedaan.