Wanneer gebruik je zijn en wanneer hebben in het perfectum?
Om een zin in het perfectum te zetten, gebruiken we twee werkwoorden: het hulpwerkwoord en het hoofdwerkwoord. Dat hoofdwerkwoord staat aan het eind van de zin als participium of voltooid deelwoord. Het hulpwerkwoord is de persoonsvorm van de zin en staat dus (meestal) op de tweede plaats van de zin. De hulpwerkwoorden van het perfectum zijn hebben en zijn. Cursisten moeten per werkwoord leren welk hulpwerkwoord erbij hoort. Gelukkig zijn daar wel regels voor. Belangrijk om te weten is ten eerste dat we bij de meeste werkwoorden hebben gebruiken.
Werkwoorden met zijn
Zijn gebruik je in de volgende gevallen:
- bij onovergankelijke werkwoorden die een verandering uitdrukken van de toestand waarin het onderwerp zich bevindt. Voorbeelden: aankomen, beginnen, gaan, groeien, komen, vallen, vluchten,
worden. - bij de werkwoorden blijken, blijven, gebeuren, lukken, mislukken,
slagen en zijn.- Wat is er gebeurd?
- Zijn plan is mislukt.
- Zij is hier nog nooit geweest.
Zijn en hebben kunnen allebei
Sommige werkwoorden kunnen zowel met hebben als met zijn vervoegd worden. Het gaat daarbij om de volgende categorieën.
- Werkwoorden van beweging, zoals fietsen, lopen, rijden, vliegen. Deze krijgen hebben als het vooral om de beweging zelf gaat, en zijn als het om de richting waarin de beweging plaatsvindt gaat. Vergelijk de volgende zinnen:
- Ik heb gisteren 20 kilometer gefietst.
- Ik ben naar mijn werk gefietst.
- Zij hebben de Avondvierdaagse gelopen.
- Zij zijn de stad in gelopen.
- Werkwoorden die zowel met als zonder lijdend voorwerp gebruikt kunnen worden, zoals bedaren, eindigen, genezen, smelten, stoppen en veranderen. Met lijdend voorwerp (overgankelijk) krijgen ze hebben, anders zijn. Vergelijk de volgende zinnen:
- Zij heeft hem bedaard.
- De politie heeft de automobilist gestopt.
- Hij is eindelijk bedaard.
- De automobilist is gestopt.
Onze Taal heeft op zijn website duidelijke uitleg over lastige gevallen als vergeten en verliezen. Elders op deze website vind je uitleg over het gebruik van het perfectum en imperfectum.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.