Taalfout of taalverandering?

Wanneer is iets echt fout, en wanneer gewoon taalverandering?

Taal verandert. Wie terugkijkt op de taal, kan dat moeilijk ontkennen. Een duidelijk voorbeeld in het Nederlands is het verdwijnen van naamvallen. In de oudste fases van de taal had het Nederlands vier naamvallen, maar al aan het eind van de Middeleeuwen waren die grotendeels verdwenen uit de gesproken taal. In schrijftaal hebben ze het nog volgehouden tot de Spellingwet van 1947. Nu hebben we alleen nog wat restjes, zoals de bezitsvormen en combinaties als te allen tijde. Voor het verleden heeft ook niemand daar moeite mee, maar het is moeilijker voor veranderingen waar nu midden in zitten. Dan roepen mensen al gauw Taalverloedering! Maar voor een groot deel gaat het toch echt gewoon om veranderingen, die vaak passen in een trend.

Standaardtaal en taalnorm

Tot in de zestiende eeuw bestond er eigenlijk niet zoiets als ‘Nederlands’. In ons taalgebied sprak eigenlijk iedereen diens eigen dialect. Maar vanaf eind zestiende eeuw ontwikkelt zich het Nieuwnederlands. Door de Tachtigjarige oorlog vluchtten veel mensen uit Antwerpen en omgeving naar Holland. De basis van dat Nieuwnederlands waren dan ook de dialecten van Holland en Brabant. Dialecten bleven natuurlijk bestaan, maar hun rol werd – zeker in Nederland – steeds kleiner. De standaardvariant is lange tijd aangeduid met Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN), maar die is verouderd, net als Algemeen Nederlands (AN). De meeste taalkundigen gebruiken nu standaardtaal voor woorden en constructies die in het hele taalgebied voorkomen. Daarnaast kom je ook termen tegen als standaardtaal in Nederland en standaardtaal in België.

Een andere term die je goed kunt tegenkomen is taalnorm. De taalnorm geeft eigenlijk aan wat de meeste Nederlanders ‘goed’ vinden. Er is niet één instantie die bepaalt wat goed Nederlands is, maar er zijn wel veel dingen waar ‘we’ het over eens zijn. Daar kunnen ook constructies bij zitten die veelvuldig gebruikt worden, denk aan iets als hun hebben het gedaan. Zo’n zin komt vaak voor, maar hij botst toch met de taalnorm van de meeste Nederlanders. Taaladviseurs zullen dan zeggen: deze constructie kan je in een formele situatie beter niet gebruiken. Dat is anders dan iets als de mannen loopt. Dat zullen moedertaalsprekers niet zeggen; het geldt ook bij taaladviseurs als ‘echte fout’. Taalkundige Jan Stroop zegt over dat verschil: ‘Wat niet kan, kun je niet zeggen.’

Gemakzucht

Veel mensen benoemen sprekers van zinnen als hun hebben en groter als als ‘gemakzuchtig’, maar daar ben ik het niet mee eens. Taalverandering wordt vaak gedreven door versimpeling of verduidelijking. Dat zie je bijvoorbeeld bij veranderingen die te maken hebben met woordgeslacht of bij hun als onderwerp (je kan daarmee onderscheid maken tussen het enkelvoudige en het meervoudige zij en tussen mensen en niet-mensen). Wat er precies aan de hand is, verschilt erg per geval. Hieronder ga ik kort in op enkele bekende gevallen (de volgorde is redelijk willekeurig) – het is geen volledig lijstje. Lees vooral de links voor meer informatie.

Groter als

Groter als is een apart geval. De constructie komt al honderden jaren in het Nederlands voor. In de zeventiende eeuw is ‘bedacht’ dat groter dan de enige correcte vorm zou moeten zijn, maar in de praktijk komen nog steeds beide vormen voor. In nette spreektaal en in schrijftaal wordt groter als nog niet geaccepteerd.

Hun als onderwerp

Ik had het hierboven al even over het gebruik van hun als onderwerp. Dit komt al ruim 100 jaar voor, maar is nog steeds niet algemeen geaccepteerd. Het kan wel duidelijkheid geven: Hun zijn in de keuken kan alleen over mensen gaan, wat bij zij zijn in de keuken niet zeker is. Daar komt nog bij dat zij natuurlijk ook naar één vrouw verwijst, wat sommige taalgebruikers verwarrend vinden.

Zij wilt

Willen is een van de weinige onregelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd. Wilt is een veel regelmatiger vorm, wat het verschijnen van de vorm niet zo gek maakt; in het verleden zijn al meer werkwoorden steeds regelmatiger geworden. Zij/hij wilt wordt nog niet geaccepteerd.

Het verschil tussen hun en hen

Het verschil tussen hen en hun is in de zeventiende eeuw bedacht in een (mislukte) poging om de naamvallen terug te laten keren in het Nederlands. In de praktijk kan nog steeds vrijwel niemand de regels in gesproken Nederlands goed toepassen. Ik verwijs cursisten die het echt willen weten altijd naar de website van Onze Taal, waar uitleg en een lange lijst met voorbeelden staat.

Me / ze in plaats van mijn / zijn

Het is veel mensen een doorn in het oog: me moeder in plaats van mijn moeder. Ook ze telefoon in plaats van zijn telefoon komt al redelijk veel voor. Ik vermoed dat mensen hier niet zozeer het bezittelijk en persoonlijk voornaamwoord verwarren, maar de uitspraak en spelling. De gereduceerde vormen klinken immers vrijwel hetzelfde. Maar ook dit roept veel weerstand op.

Gebruik van verwijswoorden

De verandering van het boek dat naar het boek dat is al vrij lang bezig, en past in een langere ontwikkeling. Eind negentiende / begin twintigste eeuw veranderde het huis daar in het huis waar. In spreektaal is wat als betrekkelijk voornaamwoord al behoorlijk geaccepteerd, maar in formele schrijftaal nog niet. Een wat recentere ontwikkeling is het gebruik van die om te verwijzen naar het-woorden. Dat komt vooral voor bij woorden die naar mensen verwijzen (het meisje die). Deze trend past bij het veranderen van woordgeslachten in het Nederlands. Nog een verwant geval: de vrouw waarmee ik praat in plaats van de vrouw met wie ik praat. De regel dat je waarmee (en vergelijkbare vormen) alleen gebruikt bij ‘dingen’ leeft in de dagelijkse praktijk niet zo erg.

Maar niet alleen bij de betrekkelijke voornaamwoorden zijn er veranderingen. Denk aan wat wel de haar-ziekte wordt genoemd: het verwijzen met haar naar onzijdige woorden, zoals in het kabinet en haar leden. Ook dit heeft te maken met het verdwijnen van taalgevoel voor de woordgeslachten.

Wederkerende werkwoorden

Er zijn een paar wederkerende werkwoorden die voor problemen zorgen. De bekendste zijn (zich) beseffen en (zich) irriteren. Bij zich realiseren wordt het wederkerend voornaamwoord juist regelmatig weggelaten.

Anglicismen

Anglicismen zijn woorden of constructies die uit het Engels zijn overgenomen. Dat gebeurt veel, en de een vindt het erger dan de ander. Een deel van die gevallen verdwijnt ook weer, maar er zitten ook blijvertjes tussen. Onze Taal heeft een overzicht met redelijk veel voorkomende gevallen.

Wat doe je hiermee?

Zoals ik al zei: dit is geen volledig lijstje. Er zijn heus nog meer gevallen te bedenken. Als docent is het denk ik goed om een open houding te hebben over zulke formuleringen en te onderzoeken waar ze vandaan komen. Goede bronnen daarbij zijn de websites van Onze Taal en de Taalunie, maar ook in de (betaalde) Dikke van Dale kun je verrassend veel informatie vinden.

Als docent is het volgens mij vooral je taak om je cursisten taalvaardig te maken. In hoeverre je daarbij ‘streng’ bent over dit soort onderwerpen, hangt denk ik erg af van het doel van je cursisten. Gaan zij bijvoorbeeld nog een opleiding doen aan mbo, hbo of universiteit? Of moeten ze voor hun werk in het Nederlands teksten schrijven? Dan zou ik ze zeker leren wat de taalnorm is – vooral als het om schrijven gaat. Maar als je cursisten het Nederlands vooral als spreektaal gaan gebruiken, in winkels, bij de dokter, op de school van hun kinderen, enz., dan is het wat mij betreft belangrijker om ervoor te zorgen dat hun woordenschat groot genoeg is om die gesprekken te voeren. Ook zaken als woordvolgorde zijn dan veel belangrijker dan het ‘juiste’ gebruik van dat en wat.

Meer weten?

Dit onderwerp komt aan bod in de workshop voor hogere niveaus, omdat je dan vaak met dit soort constructies te maken krijgt. Lees hier meer.

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.