Wanneer gebruik je u en zich als wederkerend voornaamwoord bij de u-vorm?
Bij de u-vorm van wederkerende werkwoorden zijn er twee mogelijkheden voor het wederkerend voornaamwoord: u en zich. Welke vorm je gebruikt, hangt af van de rest van de zin. In veel gevallen is er geen duidelijke voorkeur.
- U kunt u / zich vanaf 1 april voor het congres aanmelden.
- U kunt u / zich in de kleedkamers omkleden.
Er zijn ook gevallen waarin er maar één mogelijkheid is, of waar tenminste een sterke voorkeur is voor een van beide vormen.
Bij de gebiedende wijs gebruik je altijd u.
- Meld u bij de balie.
- Vergis u niet!
Als het persoonlijk en wederkerend voornaamwoord direct na elkaar staan, is er een voorkeur voor zich (of zichzelf) als wederkerend voornaamwoord.
- Heeft / hebt u zich al aangemeld voor het congres?
- Dat herinnert u zich verkeerd.
- ’s Ochtends bekijkt u zichzelf tevreden in de spiegel.
Tot slot is er een voorkeur voor u in combinatie met u hebt, bij u heeft ligt zich meer voor de hand.
- U heeft zich aangemeld voor het congres.
- U hebt u aangemeld voor het congres.
- U heeft zich dat verkeerd herinnerd.
- U hebt u dat verkeerd herinnerd.
Oefenen in de les
Je kunt ervoor kiezen om in het begin maar één van beide vormen aan te leren (dan zou ik kiezen voor zich), maar het is maar de vraag of je je cursisten daar op langere termijn echt een dienst mee bewijst. Daarbij is dit niet heel lastig om aan te leren (de grootste moeilijkheid zit meestal in het onthouden van de wederkerende werkwoorden op zichzelf). Zorg er dus eerst voor dat cursisten de wederkerende werkwoorden goed begrijpen, en vergeet bij oefeningen de u-vorm niet. Als je er apart mee wilt oefenen kun je bijvoorbeeld expliciet oefeningen gebruiken om de gebiedende wijs te oefenen. Ook kun je vragen of zinnen met inversie oefenen, waarin beide voornaamwoorden vaak direct na elkaar staan. Cursisten vinden het vaak heel logisch dat je dan niet twee keer u zegt.
De variatie met hebt en heeft is lastiger; de combinaties u heeft u en u hebt zich komen in praktijk namelijk wel degelijk voor, al vindt niet iedereen ze even correct. Voor verreweg de meeste cursisten is dit onderscheid dan ook niet erg relevant. Pas op de allerhoogste niveaus zou je het verschil kunnen bespreken.