Een berg (be)klimmen
Er zijn verschillende manieren waarop je in het Nederlands woorden van andere woorden kunt afleiden. Een afleiding bestaat uit een grondwoord met een voorvoegsel (prefix) of achtervoegsel (suffix). Voor- en achtervoegsels veranderen vaak de betekenis van het grondwoord of de manier waarop het gebruikt kan worden. Zo kan een onovergankelijk werkwoord door het toevoegen van het voorvoegsel be- overgankelijk worden. Dat wil zeggen dat je er een lijdend voorwerp bij kunt zetten. Klimmen is bijvoorbeeld onovergankelijk – je kunt niet iets of iemand klimmen, maar beklimmen is overgankelijk. Je kunt bijvoorbeeld een berg beklimmen.
Productief
Niet alle voor- en achtervoegsels zijn productief. Dat wil zeggen dat je ze niet allemaal kunt gebruiken om nieuwe woorden mee te maken. Zo is het achtervoegsel -ig (‘lijkend op’) productief; je kunt het achter allerlei zelfstandige naamwoorden plakken. Maar het voorvoegsel ont-, dat een tegenstelling aangeeft, is niet productief. Naast bestaande werkwoorden als ontladen, ontsluiten en ontspannen kun je er geen nieuwe werkwoorden mee vormen.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.
Overzicht
In het e-boek 20 handige lijstjes vind je een overzicht (en dus nog 19 andere handige lijstjes!) Je kunt het via de knop hieronder kopen. Als je een workshop bij me volgt, krijg je het e-boek gratis bij het online lesmateriaal. Je krijgt dit e-boek gratis bij de online cursus.