Wat weet je over een woord als het een samenstelling is?
Een samenstelling is een woord (meestal een zelfstandig naamwoord), dat bestaat uit twee of meer woorden die ook als zelfstandig woord in het Nederlands voorkomen. Zo is koffiekopje een samenstelling van koffie en kopje en slaapkamer van slaap en kamer. Meestal is de betekenis van een samenstelling vrij eenvoudig uit de losse delen vast te stellen – uitzonderingen daargelaten. Hoe de twee delen met elkaar samenhangen, verschilt nogal.
Een samenstelling zien we als één woord, dat we zonder spaties schrijven. Dat is ook zo bij lange samenstellingen als hogesnelheidstrein. Wel kan het nodig zijn om een streepje te zetten, bijvoorbeeld als het woord een afkorting bevat, of als er sprake is van klinkerbotsing.
In samenstellingen komen vaak tussenklanken voor: de e(n) of s. Voor beide klanken geldt dat het kan gaan om resten van naamvalsuitgangen, meervouden of overgangsklanken. De spellingregels voor de tussen-n zijn vrij ingewikkeld; de tussen-s schrijf je als je hem uitspreekt. De officiële regels voor de tussen-n vind je in het Groene Boekje.
Het laatste deel van de samenstelling bepaalt het woordgeslacht van het hele woord: de koffie + het kopje = het koffiekopje. De klemtoon verschuift juist weer vaak naar voren. Vergelijk de uitspraak van kopje koffie en koffiekopje.
Oefenen in de les
Voor cursisten is het belangrijk om vertrouwd te raken met samenstellingen. Je kunt hier rond niveau A2 mee beginnen. Belangrijk voor hen is om in elk geval het volgende te weten:
- Je kunt de betekenis afleiden uit de delen van het woord.
- Het laatste deel van de samenstelling bepaalt het lidwoord, en de meervoudsvorm.
- De klemtoon ligt (meestal) op het eerste deel van de samenstelling.
Je kunt bijvoorbeeld een rijtje samenstellingen met je cursisten bespreken. Kies daarbij woorden die ze nog niet kennen, maar waarvan ze de losse delen wel kennen. Gebruik een mix van de– en het-woorden, en zet er ook een paar in het meervoud. Gebruik ook rustig een woord met drie delen (zoals hogesnelheidstrein). Laat je cursisten bedenken welke delen ze herkennen en wat dan de betekenis van het hele woord is. Vraag daarbij ook steeds wat het lidwoord van de samenstelling zal zijn. Op deze manier komen cursisten erachter dat ze van zulke lange woorden vaak zelf de betekenis en het woordgeslacht kunnen achterhalen. Je kunt ook in een tekst uit de methode die je gebruikt op zoek gaan naar samenstellingen. Begrijpen ze wat die betekenen?
Op hogere niveaus kun je meer aandacht besteden aan de spelling van de samenstellingen, waarbij je eventueel ook lastige gevallen kunt behandelen. Veel uitleg vind je op de website van Onze Taal.
Los hiervan kun je oefenen met de uitspraak van samenstellingen: horen ze waar de klemtoon ligt? En kunnen ze dat goed nazeggen?