Koffie en thee staat / staan klaar?
Of het werkwoord in een zin in het enkelvoud of het meervoud moet staan, is meestal niet zo moeilijk vast te stellen, maar er zijn wel wat lastige gevallen. Neem bijvoorbeeld een zin als ‘Koffie en thee staat / staan klaar’. Moet je daar een enkelvoud of een meervoud gebruiken?
Het onderwerp en de persoonsvorm moeten in een Nederlandse zin bij elkaar passen in persoon en getal: als het onderwerp ik is, is de persoonsvorm anders dan wanneer het onderwerp jullie is. Dat heet ‘congruentie’. Maar wat doe je als het onderwerp uit twee woorden bestaat met en ertusssen? Dat hangt af van het verband tussen de woorden.
Losse combinatie
Als het gaat om een losse combinatie, gebruik je een meervoud:
- Olaf en Amir leren Nederlands.
- Soumaya en Khadija komen uit Maastricht.
- Appels en peren zijn vruchten.
Vaste combinatie
Er zijn ook veel gevallen waarin je te maken hebt met een vaste combinatie. Bijvoorbeeld omdat het een veelgebruikte combinatie is, of omdat het gaat om een gecombineerde handeling of om één proces. Het werkwoord staat dan in het enkelvoud.
- Aan- en uitzetten moet handmatig.
- Koffie en thee staat klaar.
- Knippen en plakken is een belangrijke vaardigheid.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.