Wat zijn voegwoorden?
Voegwoorden zijn woorden die twee of meer elementen in een zin met elkaar verbinden. Die elementen kunnen hoofd- of bijzinnen zijn, maar ook woorden of woordgroepen. Voegwoorden kunnen niet van vorm veranderen. De internationale term voor voegwoorden is conjunctie.
Soorten voegwoorden
Voegwoorden hebben alleen een verbindende functie; ze zijn zelf niet als zinsdeel te benoemen. Wel hebben voegwoorden verschillende grammaticale eigenschappen. Het duidelijkste onderscheid is dat tussen nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden. Nevenschikkende voegwoorden verbinden twee gelijkwaardige elementen met elkaar.
- We hadden een korte, maar aangename vakantie.
- Zullen we een hoofd- en een nagerecht bestellen?
- We moeten even doorwerken, want de klant zit op deze cijfers te wachten.
Onderschikkende voegwoorden verbinden vrijwel altijd een hoofd- en een bijzin met elkaar. Meestal maak het voegwoord dan een bepaald verband duidelijk, zoals een reden, volgorde of doel. Uitzonderingen daarop zijn dat, of en om. Het gaat daarbij om dat en of in de indirecte rede, maar ook in zinnen die zekerheid of onzekerheid uitdrukken. Om staat aan het begin van een beknopte bijzin.
- Antoine vraagt of je even kunt komen.
- Het is bijzonder dat het zo warm is in oktober.
- Het is nog maar de vraag of alles wel op tijd af is.
Oefenen in de les
De nevenschikkende voegwoorden en en of komen cursisten al snel tegen als ze woorden of woordgroepen verbinden. Denk aan zinnetjes als Ik spreek Arabisch en Frans of Heb jij broers of zussen? De betekenis van die woorden blijkt daar al snel uit. Ook maar als verbinding tussen twee hoofdzinnen herkennen veel cursisten al vrij snel, is mijn ervaring.
In methodes wordt het verbinden van hoofd- en bijzinnen vaak pas vrij laat behandeld, maar zeker voor hoogopgeleide cursisten is dat niet altijd prettig; zij willen graag al eerder langere zinnen maken. Je kunt dan ook best, als er vragen over komen, al eerder de nevenschikkende voegwoorden kort uitleggen. Wacht met de onderschikkende voegwoorden wel echt tot je cursisten rond A2 zitten; vanwege het verschil in woordvolgorde is dit echt een lastige kwestie. Kijk bij de lestip over onderschikkende voegwoorden voor ideeën om daarmee te oefenen.