Woordsoorten: het werkwoord

Wat zijn werkwoorden?

Werkwoorden komen natuurlijk ontzettend veel voor; het is dan ook handig als cursisten goed weten wat werkwoorden zijn, welke vormen ze kunnen hebben en welke functies ze kunnen hebben.

Wat zijn werkwoorden?

Meestal definiëren we een werkwoord als “woord dat een handeling, proces of toestand uitdrukt”. Een werkwoord is dus iets wat het onderwerp van de zin kan doen of zijn. Werkwoorden hebben verschillende vormen en verschillende vervoegingen. In internationale termen heet het werkwoord verbum (meervoud: verba).

Vormen van het werkwoord

Het werkwoord kent 7 vormen: de infinitief (of het hele werkwoord), de stam, de aantonende wijs (of indicatief), de aanvoegende wijs (of conjunctief), de gebiedende wijs (of imperatief), het tegenwoordig deelwoord en het voltooid deelwoord (of participium).

De stam is alleen geconstrueerde vorm die helpt om de juiste vervoeging van het werkwoord te bepalen (en bijvoorbeeld de spelling van het voltooid deelwoord). De stam is de infinitief zonder en, en de stam van bijvoorbeeld gaan is ga.

De aantonende wijs is de vorm die je gebruikt in het presens en imperfectum.

De aanvoegende wijs komt weinig voor; het is de vorm die ziet in wensen als Leve de jarige!

Vervoegingen van het werkwoord

In de aantonende wijs heeft het werkwoord verschillende vervoegingen: ik loop – jij loopt – zij loopt – wij lopen. De meeste werkwoorden zijn in het presens regelmatig. Onregelmatig zijn de modale werkwoorden en de werkwoorden hebben en zijn. Gaan, doen en zien zijn regelmatig, maar eindigen niet op en zoals de andere werkwoorden.

In de verleden tijden zijn veel meer werkwoorden onregelmatig; hun vervoeging is onvoorspelbaar.

Functie van het werkwoord

Tot slot kunnen werkwoorden verschillende functies hebben. Het belangrijkste onderscheid daar is dat tussen een hulpwerkwoord en een zelfstandig werkwoord.

Er zijn vier soorten hulpwerkwoorden: van tijd (hebben en zijn), van modaliteit (mogen, moeten, willen, zullen, kunnen en hoeven), van passief (worden) en van causaliteit (doen en laten).

Het zelfstandig werkwoord is wat betekenis betreft het belangrijkste werkwoord in de zin. Als een zin maar één werkwoord heeft, is dat altijd een zelfstandig werkwoord.

Oefenen in de les

In je lessen oefen je waarschijnlijk veel met werkwoorden. In het begin vooral met de vervoegingen, wat later komen daar de vormen en functies bij. Welke termen je je cursisten wel en niet aanleert, is erg afhankelijk van je methode en je doelgroep. De term werkwoord (of eventueel verbum) zelf, is in elk geval heel nuttig.

Oefenen met de vervoegingen en vormen kun je bijvoorbeeld goed met het NT2 Taalspel en door middel van allerlei spreekopdrachten. Specifiekere vormen vind je onder de verschillende links in deze lestip.

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.