Woordsoorten: het zelfstandig naamwoord

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden waarmee we mensen, dieren en dingen benoemen – waarbij vooral de categorie ‘dingen’ erg divers is. Je kunt met een zelfstandig naamwoord bijvoorbeeld ook eigenschappen, gevoelens en gebeurtenissen benoemen. De internationale benaming voor het zelfstandig naamwoord is het substantief in het Engels heet het een noun.

Onderverdeling van zelfstandige naamwoorden

Je kunt zelfstandige naamwoorden op verschillende manieren in groepen verdelen. Je kunt een indeling maken op betekenis (bijvoorbeeld in categorieën als stofnamen, verzamelnamen en eigennamen, of in het verschil tussen categoriale en generieke zelfstandige naamwoorden), op vorm (afhankelijk van de meervoudsvormen) en op grammaticale kenmerken (of het de- of het-woorden zijn). Een indeling die eigenlijk een combinatie van vorm en grammaticale kenmerken is, bestaat ook: de indeling in telbare en niet-telbare zelfstandige naamwoorden.

Geslacht van zelfstandige naamwoorden

Zelfstandige naamwoorden hebben een grammaticaal geslacht (ook wel genus genoemd). Dat geslacht heeft invloed op het lidwoord, voornaamwoorden en de vorm van bijvoeglijke naamwoorden. Het Nederlands kent drie woordgeslachten: mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Mannelijke en vrouwelijke woorden hebben beide het lidwoord de, onzijdige woorden hebben het lidwoord het. Bij de-woorden is het geslacht meestal niet duidelijk, behalve bij mensen en dieren. Ongeveer 75% van de woorden zijn de-woorden.

Meervoudsvorm

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoudsvorm, die je meestal maakt met -en of ­-s. Niet-telbare zelfstandige naamwoorden kunnen ofwel alleen in het enkelvoud (singulare tantum) of alleen in het meervoud (plurale tantum) voorkomen. Voorbeelden van die eerste groep zijn woorden als zand, rommel, koffie, enz. Voorbeelden van de tweede groep zijn financiën, hersenen en onkosten.

Afleidingen

Van veel zelfstandige naamwoorden kun je met een achtervoegsel afleidingen maken. Denk bijvoorbeeld aan verkleinvormen (boek – boekje) en mannelijke (zwemmen – zwemmer) en vrouwelijke (zwemmen – zwemster, student – studente) persoonsnamen.

Op zoek naar werkvormen?

In de online cursus Grammatica voor NT2-docenten staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.