Wat is de basisindeling van een goede tekst?
Een tekst heeft vrijwel altijd drie onderdelen: de inleiding, de kern (of het middenstuk) en het slot. Dat geldt niet voor mailtjes van een of twee zinnen, maar wel voor iets langere mails of teksten, en dus ook voor de (middel)lange teksten die cursisten bij de examens, of in hun dagelijks leven, moeten schrijven.
Inleiding
In de inleiding vertel je meestal waarom je tekst schrijft, en wat de belangrijkste boodschap is. Bijvoorbeeld: ‘Vorige maand heb ik op uw website een nieuwe telefoon gekocht. Helaas is de telefoon nu al kapot.’ Zie ook deze tips voor een goede eerste zin.
Kern
In de kern van de tekst leg je preciezer uit wat er aan de hand is. Je geeft bijvoorbeeld voorbeelden of argumenten. Bijvoorbeeld: ‘De telefoon werkte eerst wel goed, maar nu niet meer. De batterij is al na een paar uur leeg, ook als ik de telefoon bijna niet gebruik.’
Slot
In het slot van de tekst vertel je bij een brief of mail wat je wil dat de ander doet, of wat je zelf gaat doen. Ook geef je vaak aan hoe de ander jou kan bereiken. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil graag dat u de telefoon repareert, of dat ik een nieuwe krijg. U kunt mij het best via e-mail bereiken. Mijn e-mailadres is ….’. Bij andere teksten geef je bijvoorbeeld een samenvatting van de belangrijkste zaken uit de kern of je conclusie.
Oefenen in de les
Het is belangrijk om de basisindeling van een tekst goed te oefenen, omdat cursisten het vaak lastig vinden. Zorg voor opdrachten die goed aansluiten op het niveau van de cursisten, en het niveau waarop zij examen willen (of moeten) doen. Op hogere niveaus zijn de tekst wat langer, en worden met name ook de inleiding en het slot wat langer.
Hiermee oefenen kan het best stapsgewijs, zeker als het onderwerp nieuw is, of de cursisten weinig schrijfervaring hebben. Volg bijvoorbeeld de volgende opbouw:
- Deel een korte casus uit (of zet die in een powerpoint) en maak samen een puntsgewijze indeling: welke informatie zet je in de inleiding, welke in de kern en welke in het slot?
- Deel de groep in in groepjes van maximaal 4 cursisten. Geef elk groepje een eigen casus, en laat ze ook daarbij weer een puntsgewijs plan maken. Laat dit vervolgens beoordelen door een ander groepje. Met de feedback kan daarna ieder groepje hun plan uitwerken tot een volledige tekst. Ook hier krijgen ze weer feedback op van een ander groepje.
- Geef iedereen de opdracht om zelf een hele tekst te schrijven, aan de hand van een casus. Je kunt die allemaal zelf van feedback voorzien, of ze weer door andere cursisten laten lezen.
Het geven van feedback op elkaars werk, vinden veel cursisten ‘eng’ en moeilijk, maar in praktijk kunnen ze het vaak best, al zullen ze natuurlijk taalfouten van elkaar over het hoofd zien. Bovendien is feedback geven ontzettend leerzaam. Geef duidelijk aan op welke punten je feedback verwacht. In dit geval is dat vooral op de structuur: staat alles op de juiste plaats? Kijk zelf ook mee en help met het geven van feedback.