Waar moet een goede instructie aan voldoen?
Een van de doelen die je met een tekst kunt hebben, is ‘activeren‘: je lezer gaat iets doen na het lezen van je tekst. Een activerende tekst is bijvoorbeeld een instructie, waarin je uitlegt hoe iemand iets moet doen.
Bij het schrijven van een instructie is het van belang dat je de stappen die de lezer moet zetten duidelijk opschrijft. Je moet dus kiezen voor woorden die je lezer begrijpt (vermijd vaktaal als die niet bekend is bij de lezer) en je zinnen moeten goed te begrijpen zijn. Ook moet je volledig zijn. Als een handeling voor jou heel vanzelfsprekend is, sla je makkelijk stappen over in de beschrijving. Maar een lezer is niet zo vertrouwd met de handeling, en dan kan het makkelijk mis gaan. Kies ook het juiste taalgebruik: in instructies gebruik je vaak de gebiedende wijs. Ook het nummeren van de stappen kan je lezer helpen.
Een logische volgorde
Zorg ook voor een logische volgorde; een zin als ‘Draai de kraan open nadat je er een bakje onder hebt gezet om het water op te vangen’ is niet handig geformuleerd. Makkelijker is natuurlijk: ‘Zet een bakje onder de kraan om het water op te vangen en draai daarna de kraan open.’ Nog duidelijker: ‘1. Pak een bakje. 2. Zet het bakje onder de kraan. 3. Draai de kraan open.’
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus De NT2-docent als schrijftrainer staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.