Wanneer schrijf je woorden als enkele(n), sommige(n) en andere(n) met een n?
Voornaamwoorden als enkele(n), sommige(n) en andere(n) schrijf je soms met en soms zonder n. De regels daarvoor lijken eenvoudig, maar de toepassing ervan is dat zeker niet.
Altijd zonder n
Deze woorden schrijf je in elk geval zonder n als je ze direct voor een zelfstandig naamwoord gebruikt.
- Sommige hoofdstukken vond ik heel duidelijk.
- Enkele buurtbewoners protesteren tegen de komst van windmolens.
- Je kunt niet voor andere mensen spreken.
Soms met en soms zonder n
Als deze groep woorden niet direct voor een zelfstandig naamwoord staan, is het ingewikkelder. De regel is dat je de n schrijft als je naar mensen verwijst én het woord zelfstandig gebruikt. Vooral dat zelfstandig gebruik is vaak lastig. Je leest daar hier meer over. Als vuistregel kun je aanhouden dat je het voornaamwoord zelfstandig gebruikt als het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort, niet in dezelfde zin staat.
- Sommige hoofdstukken vond ik heel duidelijk, maar andere waren erg lastig.
- Enkele buurtbewoners protesteren tegen de komst van windmolens, maar andere hebben geen bezwaren.Â
- Je kunt niet voor anderen spreken.
- 100 mensen deden mee aan het onderzoek. Sommigen daarvan haakten voortijdig af.Â
Oefenen in de les
Dit is echt een kwestie voor vergevorderde cursisten; B2 of hoger. Zelfs veel moedertaalsprekers hebben moeite met deze regels. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat de regel ingewikkeld is, maar ook met het feit dat je hier in de praktijk eigenlijk niet zo vaak mee te maken hebt. Je kunt er natuurlijk aandacht aan besteden als je bij een schrijftraining merkt dat cursisten er fouten mee maken, of als ze ernaar vragen.
Je kunt dit oefenen met invulzinnen of een kort dictee. Ook kun je zelf zinnen laten maken met deze woorden, waarin ze ze al dan niet een n moeten schrijven. Passief oefenen kan ook. Geef een tekst waarin deze woorden voorkomen, en bespreek waarom er wel of geen n staat.