Wanneer gebruik je een trema?
De belangrijkste functie van het trema is om een woord makkelijker leesbaar te maken, als er twee klinkers naast elkaar staan die ook één klank kunnen zijn, maar dat in dit woord niet zijn (dat verschijnsel heet klinkerbotsing). Het trema staat altijd op de eerste letter van de nieuwe lettergreep. In de praktijk gaat het om de volgende combinaties:
- ai: cocaïne
- ee: geëxperimenteerd
- ei: geïndexeerd
- eu: reünie
- ie: bacteriën
- oe: jojoën
- oi: egoïstisch
- oo: coördineren
- ui: ruïne
Er zijn nog enkele combinaties, maar die komen zo zelden voor dat ik ze hier niet noem. Op de website van Onze Taal staat een volledig overzicht.
Een trema kun je gebruik in afleidingen (woorden die met een voor- of achtervoegsel zijn afgeleid van een ander woord, zoals geëxperimenteerd)en in ongelede woorden (woorden die niet bestaan uit andere woorden of woorddelen) zoals ruïne). In samenstellingen gebruik je bij dergelijke lettercombinaties een streepje.
Drie of meer klinkers
Het komt ook voor dat er, zoals bij sleeën, drie (of zelfs nog meer) klinkers naast elkaar staan, met een klinkerbotsing erin. Andere voorbeelden: beëindigen, gecreëerd, naïeve.
De regels voor het gebruik van een trema zijn dan wat ingewikkelder. De regel is dat er dan alleen een trema komt op een e of een i. Vandaar dat bijvoorbeeld geuit geen trema krijgt. Ook komt er direct na een i geen trema (omdat die i dan meestal ongeveer als een j wordt uitgesproken): officieel en eieren zijn daar voorbeelden van.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus De NT2-docent als schrijftrainer staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.