Wanneer gebruik je cijfers en wanneer woorden bij getallen?
Als je getallen gebruikt in een tekst, schrijf je die soms in cijfers en soms in woorden. Daar zijn geen heel vaste regels voor, maar wel conventies: afspraken over wat het meest gebruikelijk is. In een andere lestip lees je meer over de spelling van getallen.
Getallen in woorden
Getallen tot en met twintig, en daarboven de tientallen, honderdtallen en duizendtallen (tot twaalfduizend) schrijf je meestal in woorden, net als de woorden miljoen, miljard, biljoen enz. Duizend, miljoen en miljard kun je ook combineren met een getal in cijfers.
- een, drie, dertig, tweehonderd, zesduizend
- vijf miljoen, 10 miljard
Getallen in cijfers
Niet ronde getallen boven de twintig schrijf je in cijfers, net als bijvoorbeeld exacte gegevens zoals leeftijden, maten, temperaturen en percentages.
- 30 km/u, € 250,-, 23 april, 45%
Als je door bovenstaande conventies een mis van woorden en cijfers krijgt, kun je het best alle getallen in cijfers schrijven.
Combineren met symbolen
Het komt vrij vaak voor dat je een cijfer combineert met een symbool. Hoe je dat doet, wisselt per geval.
- Tekens voor valuta staan voor het getal, met een spatie: € 25,-, $ 12
- Het procentteken staat na het getal, zonder spatie: 23%
- Het gradenteken staat na het getal, met spatie als het om temperaturen gaat: Het is 23 °C en zonder in andere gevallen: een hoek van 45°
Oefenen in de les
Talen gaan verschillend om met getallen in teksten. Bespreek eens met cursisten wat de regels of conventies in hun moedertaal zijn, en bespreek dan de verschillen met het Nederlands. Je kunt ook een tekst laten schrijven waarin getallen een belangrijke rol spelen, zodat de cursisten daar goed mee oefenen. Verder is het vooral vaak een kwestie van uitleg geven op het moment dat dat voor een cursist van belang is.