Het meervoud vormen

het meervoud vormen

Hoe vorm je het meervoud van zelfstandig naamwoorden?

In het Nederlands zijn er twee manieren om het meervoud van een zelfstandig naamwoord te vormen: je voegt -en of -s toe aan het enkelvoud. Volgens de spellingregels is het soms nodig om een apostrof voor die -s te zette, wat veel methodes onderscheiden als aparte meervoudsvorm. Ook zijn er enkele onregelmatige meervoudsvormen.

De meeste zelfstandige naamwoorden hebben een meervoud op -en. Daarbij kan wel het een en ander veranderen in de spelling.

  • raam – ramen
  • vis – vissen

Zie ook het advies over enkele en dubbele letters.

In veel woorden is ook een wisseling van f naar v en van s naar z.

  • brief – brieven
  • huis – huizen

Woorden die een meervoud met -s krijgen zijn: verkleinwoorden, persoonsnamen op -ier, vrouwelijke persoonsnamen op -e en -ster.

  • kopje – kopjes
  • koerier – koeriers
  • secretaresse – secretaresses
  • verpleegster – verpleegsters

Daarnaast zijn er nog enkele (mannelijke) persoonsaanduidingen die in het meervoud een -s krijgen.

  • broer – broers
  • oom – ooms
  • zoon – zoons (zonen komt alleen in formeel taalgebruik voor)
  • kok – koks
  • bruidegom – bruidegoms

Daarnaast krijgen woorden die uit andere talen zijn geleend meestal ook een meervoud op -s.

  • film – films
  • computer – computers

Ook woorden die eindigen op een van de volgende onbeklemtoonde lettergrepen hebben meestal een meervoud op -s (maar soms komen beide vormen voor).

  • -el: tafels
  • -en: gegevens 
  • -er: komkommer
  • -em: bezems
  • -erd: lieverds

Bij woorden op -e komen vaak beide vormen voor: ziekten – ziektes, gemeente – gemeenten.

Woorden die eindigen op een klinker krijgen ook een meervoud op -s. Vanwege de spellingsregels komt hier een apostrof voor:

  • oma – oma’s
  • foto – foto’s
  • taxi – taxi’s
  • menu – menu’s
  • baby – baby’s

Tot slot zijn er enkele onregelmatige meervouden. In sommige gevallen is de klinker in het enkelvoud kort en in het meervoud lang.

  • dag – dagen
  • weg – wegen
  • slot – sloten

Soms verandert de klinker.

  • lid – leden
  • stad – steden

In sommige gevallen krijgt het meervoud de uitgang -eren.

  • kind – kinderen
  • ei – eieren
  • lied – liederen

Helemaal volledig is dit overzicht niet; zie daarvoor bijvoorbeeld de Grammatica voor anderstaligen, van A.M. Fontein en A. Pescher-ter Meer.

Op zoek naar werkvormen?

In de online cursus De NT2-docent als schrijftrainer staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.