Hoe zit het ook alweer met de d’s en t‘s?
Hoewel veel mensen werkwoordspelling erg lastig vinden, zijn de regels eigenlijk heel duidelijk, en zijn er weinig uitzonderingen. Belangrijk is vooral dat je weet met welke werkwoordsvorm je te maken hebt, zodat je weet welke regel je moet toepassen. Een korte uitleg van de werkwoordspelling.
Presens
In het presens zijn bijna alle werkwoorden regelmatig. De ik-vorm is direct afgeleid van de stam van het werkwoord; soms zijn deze twee hetzelfde, soms zijn er aanpassingen in de spelling (denk aan enkele en dubbele letters en de wisseling van v naar f en van z naar s). In de jij-, u- en hij-vorm komt daar een t achter. Meer over het verschil tussen de stam en de ik-vorm lees je op mijn algemene website.
infinitief | stam | ik-vorm | hij-vorm |
werken | werk | werk | werkt |
bellen | bell | bel | belt |
staken | stak | staak | staakt |
reizen | reiz | reis | reist |
leven | lev | leef | leeft |
melden | meld | meld | meldt |
Een kleine groep werkwoorden is onregelmatig in het presens: hebben en zijn en de modale werkwoorden mogen, kunnen, zullen, willen en moeten.
Imperfectum en perfectum
In de verleden tijden zijn er veel meer onregelmatige werkwoorden. Deze zullen cursisten uit hun hoofd moeten leren. Over het algemeen gaat het om hoogfrequente werkwoorden, wat het leren vergemakkelijkt.
Voor de regelmatige werkwoorden gebruiken we in het Nederlands vaak het ezelsbruggetje van ’t kofschip; in de NT2 is dat meestal soft ketchup. Let erop dat het hier om een ezelsbruggetje gaat, en niet om de regel zelf. De regel is een klankregel, die te maken heeft met stemloze en stemhebbende klanken. Bij stemhebbende klanken trillen je stembanden. Dat is te voelen aan je keel als je bijvoorbeeld de [z] langer aanhoudt. Als de stam van een werkwoord op zo’n stemhebbende klank eindigt, schrijf je in de verleden tijden een (stemhebbende) d. Anders schrijf je een t. De stemloze klanken zijn de k, f, s, ch, p en t. Lees hier meer over het gebruik van ’t kofschip of de soft ketchup.
Voor de spelling van deze vormen moeten cursisten dus verschillende stappen zetten:
- Bepalen wat de infinitief is.
- Bepalen wat de stam is en of die eindigt op een van de medeklinkers uit soft ketchup.
- De juiste uitgang achter de ik-vorm zetten.
infinitief | stam | ik-vorm | imperfectum | participium |
werken | werk | werk | werkte | gewerkt |
bellen | bell | bel | belde | gebeld |
staken | stak | staak | staakte | gestaakt |
reizen | reiz | reis | reisde | gereisd |
leven | lev | leef | leefde | geleefd |
melden | meld | meld | meldde | gemeld |
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus De NT2-docent als schrijftrainer staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.