De puntkomma (of, voor Vlamingen: de kommapunt) is een heel lastig leesteken, ook voor moedertaalsprekers. Je gebruikt hem eigenlijk op twee manieren: in opsommingen en tussen twee hoofdzinnen in.
Opsommingen
In opsommingen gebruik je een puntkomma als je de opsomming onder elkaar zet (met bullets) én als de delen van de opsomming geen hele zinnen, maar delen van zinnen zijn. Na elk lid van de opsomming komt dan een puntkomma en na het laatste een punt. Soms gebruiken mensen ook een puntkomma bij een opsomming in steekwoorden, maar dat ziet er vaak erg druk uit. Het hoeft dus niet.
- Om mee te doen aan dit onderzoek moet u:
- ouder zijn dan 18 jaar;
- langer dan 5 jaar in Nederland wonen;
- zeker twee talen goed spreken;
- 2 uur per maand beschikbaar zijn.
Tussen twee hoofdzinnen
Tussen twee hoofdzinnen kun je een puntkomma zetten als de zinnen inhoudelijk nauw met elkaar zijn verbonden. Een punt is dan net te veel scheiding. In verhalen staat hier soms ook een komma, maar dat is in zakelijke teksten ongebruikelijk. De puntkomma vervangt in deze situatie vaak een (nevenschikkend) voegwoord. Het verschil tussen een samengestelde zin met voegwoord en twee zinnen met een puntkomma is meestal dat dat laatste wat formeler is.
- Beginnen jullie maar vast; ik kom eraan.
- 2022 was een goed jaar voor ons bedrijf; we hebben tien nieuwe medewerkers aangenomen.
Oefenen in de les
Als je opsommingen behandelt, is het handig om meteen ook aandacht te besteden aan de leestekens die daarbij horen. Het kan heel goed dat cursisten uit hun moedertaal andere conventies gewend zijn. Je kunt dan bijvoorbeeld een korte informatieve tekst geven en daarvan een opsomming laten maken. Of je laat een opsomming maken van hun werkzaamheden of dingen die je leert in de cursus die ze van je volgen.
De puntkomma tussen hoofdzinnen komt eigenlijk op niveau C1 ongeveer aan bod; verreweg de meeste cursisten hebben hier dus nooit mee te maken. En dan nog is het vooral een kwestie van voldoende taalgevoel hebben. In de meeste gevallen kun je ook een punt zetten of de zinnen met een voegwoord verbinden. Dat levert nooit grote fouten op.