Hoe schrijf je een goede onderwerpregel?
De onderwerpregel bij een e-mail moet de lezer vast kort voorbereiden op de inhoud van je e-mail. Cursisten vinden het vaak moeilijk om een goede onderwerpregel te bedenken en gebruiken dan bijvoorbeeld iets als Vraag, wat te onduidelijk is. Een goede onderwerpregel is kort, maar duidelijk.
Vijf woorden
Een onderwerpregel kan het best kort zijn, net als een titel of tussenkopjes. Een goed advies is om te streven naar maximaal vijf woorden. Dat betekent dat je een onderwerpregel vaak in telegramstijl schrijft. Dus: meestal zonder lidwoorden en voorzetsels. Ook werkwoorden blijven vaak weg of er staat alleen een voltooid deelwoord of infinitief, en geen persoonsvorm.
Duidelijk
Zorg ervoor dat het kopje goed aansluit bij de inhoud van je tekst, en dat het duidelijk is. Alleen Vraag als onderwerpregel is te onduidelijk; daar kun je beter iets als Vraag over openingstijden van maken. Nog wat andere tips:
- Als je reageert op een oude mail, bedenk dan of de inhoud van wat je nu schrijft, nog steeds past bij de oorspronkelijke onderwerpregel. Pas het onderwerp eventueel aan.
- Als je e-mail slecht nieuws bevat, houd de onderwerpregel dan neutraal.
- Baseer je voor de onderwerpregel op de hoofdboodschap van de tekst.
| Niet | Wel |
| Wanneer kunnen we de laatste les plannen? | Laatste les plannen |
| Vraag | Vraag over factuur 2024-239 |
| Bevestiging van je afspraak op 22 oktober om 9.00 uur | Bevestiging afspraak kennismakingsgesprek |
| Bedankt voor uw aanmelding voor de training Zakelijk e-mailen | Aanmelding training Zakelijk e-mailen |
Oefenen in de les
Om goede onderwerpregels te kunnen schrijven, moeten cursisten eerst weten wat de telegramstijl inhoudt. Je kunt daar dus los mee oefenen. Geef een aantal zinnen en laat die omzetten in telegramstijl. Of andersom: geef juist zinnen in telegramstijl en laat die aanvullen tot volledige zinnen. Bespreek ook wat je weglaat of toevoegt bij deze oefeningen en vergelijk uitwerkingen met elkaar. Het kan best dat er soms meerdere oplossingen zijn. Leuk zijn bijvoorbeeld krantenkoppen uit de rubriek Ruggespraak van Onze Taal.
Vervolgens kun je met e-mails aan de slag. Ook hier kun je weer twee kanten op werken. Geef een onderwerpregel en praat over wat ze verwachten van de e-mail. Waar gaat die over? Je kunt hier prima een combinatie van goede en minder goede onderwerpregels van gebruiken. Je kunt dan samen tot factoren komen die een onderwerpregel goed maken of juist niet. Ook kun je een e-mail geven en daar een onderwerpregel bij laten bedenken. En natuurlijk kun je ook werken met mails van cursisten zelf. Wat is een goede onderwerpregel bij hun eigen tekst? Laat ze daar ook elkaar feedback op geven aan de hand van de regels die je met ze hebt besproken.