Hoe pak je het schrijven van een tekst handig aan?
Veel mensen die een zakelijke tekst moeten (of willen) schrijven, openen gewoon een nieuw Word-bestand en beginnen te typen. Dat leidt vaak tot veel schrappen en herschrijven, of tot onduidelijke teksten die van de hak op de tak springen. Als het schrijven opdeelt in drie fases, ga je gestructureerder te werk. Dat levert een betere tekst op, die meestal ook nog sneller af is.
Voorbereiden
In de voorbereidende fase denk je na over je tekst en zoek je alle benodigde informatie bij elkaar. Je maakt wel aantekeningen (al dan niet digitaal), maar werkt nog geen hele alinea’s uit. Wel maak je een schrijfplan, dat de basis voor je tekst wordt.
Schrijven
Als je tevreden bent over het schrijfplan, kun je daadwerkelijk gaan schrijven. Je werkt dan het schrijfplan uit tot een volledige tekst. Door het voorwerk dat je hebt gedaan, gaat dit als het goed is redelijk snel. Als de eerste versie af is, lees je die nog een keer kritisch door, waarbij je vooral let op de structuur en inhoud. Belangrijke vragen die je jezelf stelt, zijn: Klopt de volgorde die je van tevoren had bedacht inderdaad? Komt je boodschap duidelijk over? Daarna herschrijf je (delen van) je tekst.
Redigeren
Als ook de tweede versie af is, kun je je tekst het best even wegleggen, want je eigen tekst controleren op fouten is erg lastig. Daarna lees je je tekst heel langzaam – woord voor woord – door. Je controleert de spelling en grammatica. Vertrouw daarbij niet alleen op de spellingcontrole (maar gebruik die wel); zoek dingen op waar je over twijfelt.
Oefenen in de les
Als je hiermee wilt oefenen in de les, kun je het best een kleine lessenreeks plannen. In les 1 leg je uit welke fases er zijn, en wat die in grote lijn inhouden. Ook ga je aan de slag met de voorbereidende fase. Kies of je al je cursisten met dezelfde casus wilt laten werken, of dat ze zelf onderwerpen bedenken. Laat ze een schrijfplan maken. Als ze dat voor het eerst doen, kan het handig zijn om het in de les te laten maken, zodat je waar nodig kunt helpen. Als het schrijfplan af is (aan het eind van de les of als huiswerk), laat het dan inleveren en geef er feedback op. Heb je al vaker een schrijfplan laten maken, dan kun je ook kiezen voor peerfeedback. De cursisten passen daarna hun schrijfplan aan.
In de tweede les bespreek je het maken van het schrijfplan: wat vonden ze makkelijk en wat moeilijk? Je kunt ook (anoniem) twee schrijfplannen klassikaal bespreken. Kies daarbij het liefst goede voorbeelden uit, zodat je feedback zich vooral richt op wat er goed gaat. Cursisten kunnen bovendien zien dat er verschillende manieren zijn om een goed schrijfplan te maken. Bij een privécursus kun je eventueel zelf een schrijfplan maken op basis van dezelfde casus om een ander voorbeeld te geven.
Vervolgens laat je cursisten een eerste versie schrijven. Je kunt de inleiding bijvoorbeeld al in de les laten maken, en de rest van de tekst thuis laten schrijven. Als de eerste versie af is, kun je eventueel een ronde peerfeedback organiseren. Je kunt ook zelf feedback geven, maar doe dat dan alleen in grote lijnen. Daarna herschrijven de cursisten deze versie.
De laatste fase – het redigeren – kun je ook in de les doen, zodat je cursisten jou om hulp kunnen vragen. Geef ze in elk geval tips voor goede websites. Daarna leveren ze de eindversie bij jou in, en geef je er (uitgebreide) feedback op.