Hoe schrijf je getallen voluit?
Als je getallen voluit schrijft, kan dat in het Nederlands nogal lange woorden opleveren. Toch is het niet juist om dan een spatie in te voegen. Een streepje mag eventueel, voor de leesbaarheid, maar dat is in getallen nogal ongebruikelijk. Wel kan het nodig zijn om een trema te gebruiken.
De regels
Tot duizend schrijf je getallen altijd als één woord. In de tientallen heb je vaak drie e’s achter elkaar: er komt dan een trema (twee puntjes) op de derde e. Na honderd (en na duizend) kan je -en– invoegen, maar dat is niet verplicht. Het gebruik van dit -en- verandert niets aan de spelling.
- 22: tweeëntwintig
- 828: achthonderdachtentwintig / achthonderdenachtentwintig
Na duizend komt een spatie, miljoen is helemaal een los woord, dus met een spatie ervoor en erna. Breuken schrijf je als losse woorden.
- 2395: tweeduizend driehonderdvijfennegentig / tweeduizend en driehonderdvijfennegentig / drieëntwintighonderdvijfennegentig
- 5.620.374: vijf miljoen zeshonderdtwintigduizend driehonderdvierenzeventig
- 1/4: een vierde
Oefenen in de les
Getallen uitschrijven en voorlezen kan een leuke oefening zijn in uitspraak en spelling. Het is weer eens wat anders dan een gewoon woorddictee. Je kunt cursisten bijvoorbeeld in tweetallen laten werken. Eén zegt een getal, de ander schrijft het op, volledig uitgeschreven, daarna controleren ze samen. Je kunt cursisten zelf getallen late bedenken, maar je kunt ook een lijstje met getallen (in cijfers) geven. Het gaat hierbij natuurlijk om een vrij hypothetische oefening, want de meeste hoge getallen schrijf je in cijfers. Je kunt daar rekening mee houden bij de keuze van getallen. Bij langzamere leerders zou ik het alleen doen met realistische gevallen, en dus met vrij lage of ronde getallen. Bij cursisten die wel van een uitdaging houden, is het juist ook leuk om onwaarschijnlijke gevallen te geven.