Wat zet je allemaal op een vakantiekaartje?
Leuk om te oefenen, zo vlak voor de zomervakantie: een vakantiekaartje schrijven. Wat zet je daar eigenlijk allemaal op?
Er zijn natuurlijk geen vaste regels voor zoiets als een vakantiekaartje, maar toch heb je als Nederlandse lezer wel bepaalde verwachtingen van zo’n kattebelletje. Het kaartje bevat over het algemeen drie onderdelen: de aanhef, de kern en de afsluiting.
Aanhef
De aanhef is informeel: hoi, beste, lieve of een variant daarop. Denk eraan dat lieve voor Nederlanders erg intiem is en eigenlijk alleen gebruikt wordt voor directe familie en heel goede vrienden. Er zijn ook mensen die de aanhef helemaal weglaten op een vakantiekaartje, maar dat wordt als schrijfoefening misschien wat erg kort.
Kern
Bij een informele e-mail begin je vaak – net als bij een gesprek – met iets als ‘Hoe gaat het? Hier alles goed.’ Bij vakantiekaartjes is dat ongebruikelijk, ook omdat je maar weinig ruimte hebt. Meestal vertel je iets over waar je bent, het weer ter plaatse en wat je zoal doet: ‘We zijn in Italië, bij het Gardameer. Het is hier behoorlijk warm (35 graden!) en heel zonnig. Gisteren zijn we naar een waterval geweest. Dat was heel mooi. Vandaag gaan we lekker zwemmen.’ Er zijn natuurlijk ook mensen die er zonnetjes en dergelijke bij tekenen.
Afsluiting
Ook de afsluiting is weer informeel: vaak iets als groetjes of liefs. Liefs past ook hier weer vooral bij familie en heel goede vrienden.
Adres
Belangrijk is natuurlijk ook dat het adres op de juiste manier op het kaartje staat.
Op zoek naar werkvormen?
In de online cursus De NT2-docent als schrijftrainer staat de informatie van deze website gegroepeerd op onderwerp. Bovendien staan bij elk onderwerp een of meer werkvormen uitgelegd – vaak met concrete oefeningen die je zó kunt overnemen.