Tag: A1
Ontleden in zinsdelen
Zinnen ontleden kan inzicht geven in de structuur en mogelijke woordvolgordes. Welke zinsdelen zijn daarbij het belangrijkst?
Je kunt / kan daar heerlijk wandelen
Je kunt en je kan zijn beide juist, maar je kunt is iets formeler. Een vergelijkbaar onderscheid geldt voor je zult – je zal en je wilt je wil.
Imperatief van scheidbare werkwoorden
Scheidbare werkwoorden kun je ook in een imperatief gebruiken. Je met het werkwoord dan splitsen.
Eerste plek in de zin
Op de eerste plek van de zin kan van alles staan, maar waarom zet je een bepaald zinsdeel vooraan?
Betekenis van ‘zullen’ in het presens
De betekenis van ‘zullen’ in presens is niet zo duidelijk. Je kunt het werkwoord op vijf verschillende manieren gebruiken.
Verkleinvormen: boom – boompje
Van veel zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinvorm maken door -je, -tje, -kje, -pje of -etje achter de basisvorm te zetten.
Een vakantiekaartje schrijven
Een vakantiekaartje schrijven is een leuke en praktische schrijfoefening. Je kunt de moeilijkheidsgraad makkelijk aan het niveau van je groep aanpassen.
Gebruik van ‘jouw’, ‘jou’, ‘jij’ en ‘je’
Het gebruik van de woorden ‘jouw’, ‘jou’, ‘jij’ en ‘je’ is vaak lastig. Welke vorm je gebruikt hangt af van grammaticale functie en nadruk.
Feedback geven tijdens de les
Tijdens de les werken aan een schrijfopdracht kan heel nuttig zijn. Maar hoe geef je dan goede feedback?
Trappen van vergelijking
De trappen van vergelijking zijn over het algemeen niet zo moeilijk te leren, maar er zijn een paar onregelmatigheden.