Woorden als ‘waarop’ kun je vaak splitsen: ‘de gitaar waarop hij speelt / de gitaar hij waar hij op speelt’. Wanneer doe je dat?
‘Die’, ‘dat’ en ‘wat’ zijn betrekkelijke voornaamwoorden. Je gebruikt ze aan het begin van een bijzin waarin je extra informatie geeft over de hoofdzin.
Grammatica voor NT2 Docenten is een onderdeel van AV Taaltraining
AV Taaltraining
C. Kruyswijkstraat 57
1022KJAmsterdam
KvK: 64600432
De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.