Tag: C1
Leestekens: de komma (verschillende gevallen)
Komma’s maken vaak de structuur van de zin duidelijk, bijvoorbeeld bij bijstellingen, tussenwerpels en aansprekingen. Ook in getallen staat soms een komma.
Leestekens: dubbele punt
Een dubbele punt gebruik je aan het begin van een opsomming of een citaat, maar ook bij verklaringen en toelichtingen. Na een dubbele punt komt meestal een kleine letter.
Soorten bijzinnen
Er zijn verschillende soorten bijzinnen, die verschillende functies hebben. In vorm zijn er grote overeenkomsten.
Woordsoorten: de adpositie
‘Adpositie’ is een overkoepelende term voor voorzetsels, achterzetsels, omzetsels en voorzetseluitdrukkingen. Omzetsels zie je in: ‘Als je van het perron af komt, moet je naar links’.
Woordsoorten: het voorzetsel
Voorzetsels geven vaak een locatie of tijd aan, maar kunnen ook vagere betekenissen hebben. Sommige kunnen ook als achterzetsel gebruikt worden. De betekenis verandert dan licht.
Woordsoorten: het voornaamwoord
Voornaamwoorden zijn een grote groep woorden die allemaal verwijzen naar een persoon of zaak. Er zijn veel verschillende voornaamwoorden.
Woordsoorten: het zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden gebruik je om mensen, dieren en dingen mee te benoemen. Wat moeten cursisten allemaal over deze woordsoort weten?
Woordsoorten: het werkwoord
Werkwoorden zijn woorden die een handeling, proces of toestand uitdrukken. Ze hebben verschillende vormen, functies en vervoegingen.
Ontleden in zinsdelen
Zinnen ontleden kan inzicht geven in de structuur en mogelijke woordvolgordes. Welke zinsdelen zijn daarbij het belangrijkst?
Argumentatie opschrijven
Argumentatie goed en duidelijk opschrijven is een belangrijke vaardigheid. Hoe doe je dat?