Tag: C1
‘Het’, ‘dit’ of ‘dat’?
In plaats van 'het' kan je vaak ook 'dit' of 'dat' gebruiken. In deze lestip lees je wat het effect daarvan is en hoe je ...
Lees meer →
‘Want’ en ‘daarom’: wat is het verschil?
De betekenis van 'want' lijkt erg op die van 'daarom', maar er zijn toch verschillen. 'Daarom' is een verbindingswoord. Wat zijn dat en hoe gebruik ...
Lees meer →
Woordsoorten: omzetsels
In 'Ze loopt onder de bomen door' gebruik je een omzetsel. Wat is dat en hoe je gebruik je deze woorden?
Lees meer →
Slecht nieuws brengen
Hoe schrijf je een mail met slecht nieuws? Slecht nieuws brengen kan vaak het best mondeling, maar er zijn ook situaties waarin het toch schriftelijk ...
Lees meer →
Sommig(e), wat, enkel(e), enig(e), weinig en een paar
De woorden sommig(e), enkel(e), wat, enig(e), weinig en een paar lijken erg op elkaar, maar je gebruikt niet precies hetzelfde. Hoe zit dat?
Lees meer →
Een betere plek is er niet
'Er is geen betere plek' en 'Een betere plek is er niet' zijn beide juist, maar hoe zit dat met de ontkenning? Waarom in het ...
Lees meer →
Ik kan niet / geen koffie( )zetten
Samengestelde werkwoorden ontken je soms met 'niet' en soms met 'geen'. Welk woord juist is, wisselt per geval. Er zijn geen vaste regels voor te ...
Lees meer →
Ik herinner het me goed
Het voornaamwoord 'het' kan vóór het wederkerend voornaamwoord staan in een zin als 'Ik herinner het me goed.'
Lees meer →
Zulke of zo’n video?
Zulk(e) gebruik je bij meervouden en niet-telbare woorden. In andere gevallen gebruik je zo'n.
Lees meer →
Als jullie dat leuk lijkt …
In sommige zinnen met inversie of bijzinnen staat het onderwerp later in de zin dan je zou verwachten. In welke gevallen is dat mogelijk?
Lees meer →