Tag: C2
Een betere plek is er niet
'Er is geen betere plek' en 'Een betere plek is er niet' zijn beide juist, maar hoe zit dat met de ontkenning? Waarom in het ...
Lees meer →
Woordsoorten: tussenwerpsel
Een tussenwerpsel is geen deel van een zin, maar kan wel de betekenis veranderen. Er zijn verschillende soorten tussenwerpsels.
Lees meer →
Ik herinner het me goed
Het voornaamwoord 'het' kan vóór het wederkerend voornaamwoord staan in een zin als 'Ik herinner het me goed.'
Lees meer →
Zulke of zo’n video?
Zulk(e) gebruik je bij meervouden en niet-telbare woorden. In andere gevallen gebruik je zo'n.
Lees meer →
Als jullie dat leuk lijkt …
In sommige zinnen met inversie of bijzinnen staat het onderwerp later in de zin dan je zou verwachten. In welke gevallen is dat mogelijk?
Lees meer →
Die keer dat we naar Parijs gingen
In 'Die keer dat we naar Parijs gingen' is 'dat' een voegwoord en geen voornaamwoord. Dat komt in meer zinnen voor.
Lees meer →
Het verdwijnende woordgeslacht
Het woordgeslacht is in het Nederlands steeds verder aan het verdwijnen. Wat leer je je cursisten dan over verwijswoorden?
Lees meer →
Enkelvoud of meervoud: procent, een van de, drie op de vijf enz.
Of je bij percentages en hoeveelheden een enkelvoud of meervoud gebruikt, hangt af van de precieze constructie van de zin.
Lees meer →
Dit is de hunne
Het bijvoeglijk naamwoord komt ook zelfstandig voor, in zinnen als 'Onze auto is ouder dan de hunne'. Deze vorm eindigt als op een 'e' en ...
Lees meer →
Vervangende infinitief
Sommige zinnen hebben in de voltooide tijd geen voltooid deelwoord, maar twee infinitieven. Dat heet de vervangende infinitief.
Lees meer →