Tag: C2
Hoe … hoe
In een zin met 'hoe .... hoe' zijn verschillende woordvolgordes mogelijk. Wat is de constructie van deze zinnen?
Lees meer →
‘Het’, ‘dit’ of ‘dat’?
In plaats van 'het' kan je vaak ook 'dit' of 'dat' gebruiken. In deze lestip lees je wat het effect daarvan is en hoe je ...
Lees meer →
‘Want’ en ‘daarom’: wat is het verschil?
De betekenis van 'want' lijkt erg op die van 'daarom', maar er zijn toch verschillen. 'Daarom' is een verbindingswoord. Wat zijn dat en hoe gebruik ...
Lees meer →
Woordsoorten: omzetsels
In 'Ze loopt onder de bomen door' gebruik je een omzetsel. Wat is dat en hoe je gebruik je deze woorden?
Lees meer →
Een betere plek is er niet
'Er is geen betere plek' en 'Een betere plek is er niet' zijn beide juist, maar hoe zit dat met de ontkenning? Waarom in het ...
Lees meer →
Woordsoorten: tussenwerpsel
Een tussenwerpsel is geen deel van een zin, maar kan wel de betekenis veranderen. Er zijn verschillende soorten tussenwerpsels.
Lees meer →
Ik herinner het me goed
Het voornaamwoord 'het' kan vóór het wederkerend voornaamwoord staan in een zin als 'Ik herinner het me goed.'
Lees meer →
Zulke of zo’n video?
Zulk(e) gebruik je bij meervouden en niet-telbare woorden. In andere gevallen gebruik je zo'n.
Lees meer →
Als jullie dat leuk lijkt …
In sommige zinnen met inversie of bijzinnen staat het onderwerp later in de zin dan je zou verwachten. In welke gevallen is dat mogelijk?
Lees meer →
Die keer dat we naar Parijs gingen
In 'Die keer dat we naar Parijs gingen' is 'dat' een voegwoord en geen voornaamwoord. Dat komt in meer zinnen voor.
Lees meer →