Tag: werkwoord
‘Oppassen’ of ‘passen op’?
De werkwoorden 'oppassen' en 'passen op' lijken erg op elkaar en zorgen soms voor verwarring.
Lees meer →
Zij heeft van de zon liggen genieten
De werkwoorden hangen, liggen, zitten, staan en lopen combineer je in het presens met 'te', maar in het perfectum niet altijd. Het perfectum heeft meestal ...
Lees meer →
Het is gelukt!
Het onderwerp bij 'lukken' is meestal 'het', maar er zijn meer mogelijkheden. Maar het onderwerp kan nooit een persoon zijn.
Lees meer →
Het werkwoord willen
Willen is een onregelmatig werkwoord, dat twee verleden tijden heeft. Wat moeten je cursisten weten over dit werkwoord?
Lees meer →
Ik kan niet / geen koffie( )zetten
Samengestelde werkwoorden ontken je soms met 'niet' en soms met 'geen'. Welk woord juist is, wisselt per geval. Er zijn geen vaste regels voor te ...
Lees meer →
Het werkwoord ‘zijn’
Het werkwoord 'zijn' kun je op veel verschillende manieren gebruiken. Een overzicht van de betekenissen van dit woord.
Lees meer →
Presens, ‘aan het’ en positiewerkwoorden
Wanneer gebruik je presens, 'aan het' + infinitief of een positiewerkwoord, bijvoorbeeld om te zeggen dat je nadenkt?
Lees meer →
Enkelvoud of meervoud: procent, een van de, drie op de vijf enz.
Of je bij percentages en hoeveelheden een enkelvoud of meervoud gebruikt, hangt af van de precieze constructie van de zin.
Lees meer →
Welke klachten hebt / heeft u?
'Welke klachten hebt / heeft u?' De vormen 'u hebt' en 'u heeft' zijn beide goed, maar waarom eigenlijk?
Lees meer →
Het plusquamperfectum
Het plusquamperfectum, of de voltooid verleden tijd, gebruik je om over een verder verleden te praten of over een niet-werkelijkheid.
Lees meer →