Tag: werkwoorden
Je kunt / kan daar heerlijk wandelen
Je kunt en je kan zijn beide juist, maar je kunt is iets formeler. Een vergelijkbaar onderscheid geldt voor je zult – je zal en je wilt je wil.
Imperatief van scheidbare werkwoorden
Scheidbare werkwoorden kun je ook in een imperatief gebruiken. Je met het werkwoord dan splitsen.
Betekenis van ‘zouden’
Zouden is de verleden tijd van zullen, maar de betekenis is heel anders. Vaak zit er iets van onzekerheid of niet-werkelijkheid in.
Het pakket opgestuurd had gekregen
In welke volgorde zet je de werkwoorden aan het eind van een zin? Dat hangt af van de vorm en functie van de werkwoorden.
Betekenis van ‘zullen’ in het presens
De betekenis van ‘zullen’ in presens is niet zo duidelijk. Je kunt het werkwoord op vijf verschillende manieren gebruiken.
Passieve zinnen: vorm en betekenis
De vorm en betekenis van passieve zinnen is vaak lastig. Cursisten moeten leren om de zinnen te herkennen en begrijpen.
Sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden
De termen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden hebben te maken met de vervoeging van die werkwoorden: is die voorspelbaar of niet?
Het imperfectum
Het imperfectum of de onvoltooid verleden tijd gebruik je voor beschrijvingen. Je leidt deze vorm af van de tegenwoordige tijd.
Enkelvoud of meervoud bij ‘een paar’, ‘aantal’, enz.
Gebruik je een enkelvoud of een meervoud bij woorden als ‘een paar’, ‘een aantal’, ‘een groep’, enz.? Dat is niet voor iedereen duidelijk.
Werkwoord in enkelvoud of meervoud
Of het werkwoord in een zin in het enkelvoud of het meervoud moet staan, is meestal niet zo moeilijk vast te stellen, maar er zijn wat lastige gevallen.