Tag: werkwoordstijden

B2

Vervangende infinitief

Sommige zinnen hebben in de voltooide tijd geen voltooid deelwoord, maar twee infinitieven. Dat heet de vervangende infinitief.
Lees meer →
plusquamperfectum B1

Het plusquamperfectum

Het plusquamperfectum, of de voltooid verleden tijd, gebruik je om over een verder verleden te praten of over een niet-werkelijkheid.
Lees meer →
sterke zwakke en onregelmatige werkwoorden A2

Sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden

De termen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden hebben te maken met de vervoeging van die werkwoorden: is die voorspelbaar of niet?
Lees meer →
imperfectum A2

Het imperfectum

Het imperfectum of de onvoltooid verleden tijd gebruik je voor beschrijvingen. Je leidt deze vorm af van de tegenwoordige tijd.
Lees meer →
werkwoordstijden bij toen en nadat B1

Werkwoordstijden bij ’toen’ en ‘nadat’

Zinnen met toen en nadat staan vrijwel altijd in de verleden tijd, maar hoofd- en bijzin kunnen in verschillende tijden staan. Welke tijd goed is, ...
Lees meer →
perfectum A2

Het perfectum

Het perfectum is de meest gebruikte verleden tijd in het Nederlands. NT2-cursisten komen deze vorm dus al snel tegen.
Lees meer →
praten over de toekomst A1

Praten over de toekomst

In het Nederlands kun je op verschillende manieren over de toekomst praten. Hoe zet je die manieren in, en hoe oefen je ermee?
Lees meer →
perfectum met zijn of hebben A2

Perfectum met ‘zijn’ of ‘hebben’?

Wanneer gebruik je 'zijn' en wanneer 'hebben' in het perfectum?
Lees meer →
perfectum of imperfectum A2

Perfectum of imperfectum?

Wanneer gebruik je perfectum en wanneer imperfectum?
Lees meer →

Meer taal?

De nieuwsbrief voor NT2-docenten verschijnt elke week: zo krijg je elke week een nieuwe lestip! In de maandelijkse nieuwsbrief van AV Taaltraining lees je alles over mijn andere activiteiten.

Naam(Vereist)
Welke nieuwsbrieven wil je krijgen?(Vereist)
Algemene Voorwaarden en Privacybeleid(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.