Tag: werkwoordstijden
Vervangende infinitief
Sommige zinnen hebben in de voltooide tijd geen voltooid deelwoord, maar twee infinitieven. Dat heet de vervangende infinitief.
Lees meer →
Het plusquamperfectum
Het plusquamperfectum, of de voltooid verleden tijd, gebruik je om over een verder verleden te praten of over een niet-werkelijkheid.
Lees meer →
Sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden
De termen sterke, zwakke en onregelmatige werkwoorden hebben te maken met de vervoeging van die werkwoorden: is die voorspelbaar of niet?
Lees meer →
Het imperfectum
Het imperfectum of de onvoltooid verleden tijd gebruik je voor beschrijvingen. Je leidt deze vorm af van de tegenwoordige tijd.
Lees meer →
Werkwoordstijden bij ’toen’ en ‘nadat’
Zinnen met toen en nadat staan vrijwel altijd in de verleden tijd, maar hoofd- en bijzin kunnen in verschillende tijden staan. Welke tijd goed is, ...
Lees meer →
Het perfectum
Het perfectum is de meest gebruikte verleden tijd in het Nederlands. NT2-cursisten komen deze vorm dus al snel tegen.
Lees meer →
Praten over de toekomst
In het Nederlands kun je op verschillende manieren over de toekomst praten. Hoe zet je die manieren in, en hoe oefen je ermee?
Lees meer →
Perfectum met ‘zijn’ of ‘hebben’?
Wanneer gebruik je 'zijn' en wanneer 'hebben' in het perfectum?
Lees meer →