Tag: woordvolgorde
Ontleden in zinsdelen
Zinnen ontleden kan inzicht geven in de structuur en mogelijke woordvolgordes. Welke zinsdelen zijn daarbij het belangrijkst?
Het pakket opgestuurd had gekregen
In welke volgorde zet je de werkwoorden aan het eind van een zin? Dat hangt af van de vorm en functie van de werkwoorden.
Eerste plek in de zin
Op de eerste plek van de zin kan van alles staan, maar waarom zet je een bepaald zinsdeel vooraan?
Voorzetselbepaling aan het eind van de zin
Een voorzetselbepaling staat vaak aan het eind van de zin, na het tweede werkwoord. In welke gevallen is dat mogelijk?
‘De gitaar waarop hij speelt’ of ‘de gitaar waar hij op speelt’?
Woorden als ‘waarop’ kun je vaak splitsen: ‘de gitaar waarop hij speelt / de gitaar hij waar hij op speelt’. Wanneer doe je dat?
‘Dan’ als bijwoord en voegwoord
‘Dan’ kan een voegwoord en een bijwoord zijn. Welke het is, heeft invloed op de precieze betekenis en de plaats in de zin.
Woordvolgorde: waar staat ‘ook’?
Woordvolgorde is een groot struikelblok. Waar staat het woord ‘ook’ bijvoorbeeld in de zin? Dat wisselt per zin, maar er zit logica in.
Combineren en samenvallen van ‘er’
De verschillende vormen van ‘er’ kun je met elkaar combineren of ze kunnen samenvallen, waardoor het meerdere functies tegelijk heeft.
Kwantitatief ‘er’
Kwantitatief ‘er’ verwijst naar een zelfstandig naamwoord en wordt gecombineerd met een hoeveelheidsaanduiding, een telwoord bijvoorbeeld.
Prepositioneel ‘er’
Prepositioneel ‘er’ staat altijd samen met een voorzetsel in de zin. Het vervangt een zelfstandig naamwoord dat eerder genoemd is.