Tag: woordvorm
Zij heeft van de zon liggen genieten
De werkwoorden hangen, liggen, zitten, staan en lopen combineer je in het presens met 'te', maar in het perfectum niet altijd. Het perfectum heeft meestal ...
Lees meer →
Iets grappigs
De s achter het bijvoeglijk naamwoord in 'iets grappigs' is een oude naamvalsvorm. Die kom je nu en dan nog tegen in het Nederlands.
Lees meer →
Spelling: ‘pannenkoek’ of ‘pannekoek’?
Is het 'pannenkoek' of 'pannekoek'? Oftewel: wat zijn de regels voor het schrijven van samentellingen? Lees het in deze lestip.
Lees meer →
Woordsoorten: het telwoord
Telwoorden kun je onderverdelen in hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. De vorm en betekenis daarvan verschillen natuurlijk.
Lees meer →
Woordsoorten: het bijvoeglijk naamwoord
In 'een rode theepot' is 'rode' een bijvoeglijk naamwoord net als 'rood' in 'De theepot is rood'. Hoe kun je het bijvoeglijk naamwoord precies gebruiken?
Lees meer →
Woordsoorten: het zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden gebruik je om mensen, dieren en dingen mee te benoemen. Wat moeten cursisten allemaal over deze woordsoort weten?
Lees meer →
Woordsoorten: het werkwoord
Werkwoorden zijn woorden die een handeling, proces of toestand uitdrukken. Ze hebben verschillende vormen, functies en vervoegingen.
Lees meer →
Verkleinvormen: boom – boompje
Van veel zelfstandige naamwoorden kun je een verkleinvorm maken door -je, -tje, -kje, -pje of -etje achter de basisvorm te zetten.
Lees meer →
Buigings-e: uitzonderingen
De buigings-e is voor NT2-cursisten heel lastig, en de uitzonderingen zijn nog moeilijker. Welke uitzonderingen zijn er zoal?
Lees meer →
Een ‘heel’ of ‘hele’ fijne vakantie?
Zeg je 'heel' of 'hele' in 'Ik had een ... fijne vakantie? Het kan allebei, vooral in informeel taalgebruik.
Lees meer →